De zestiende etappe van de Giro d’Italia heeft zoals verwacht flink wat verschuivingen veroorzaakt in het klassement. Grote namen als Primoz Roglic en Juan Ayuso moesten terrein prijsgeven, of in het geval van Roglic zelfs afstappen, en lijken niet langer in de running voor het roze. Terwijl de lijst van afvallers groeit, is er volgens Johan Bruyneel één renner die zich opwerpt als uitgesproken favoriet voor de eindzege.
Een favoriet
In zijn podcast The Move keek Bruyneel uitgebreid terug op de zware bergrit naar San Valentino. Hij zag hoe één klassementsrenner zich met verve onderscheidde van de rest en met overtuiging koers maakte. “Je zag het eigenlijk al vanaf de eerste week: hij was goed, maar hield zich nog een beetje gedeisd. Tot hij in die elfde etappe plots een grote slag sloeg. Hij won niet alleen de rit, maar pakte ook waardevolle tijd. Dat was het moment waarop ik dacht: deze man komt eraan.”
Volgens Bruyneel werd dinsdag definitief duidelijk wie de sterkste is in deze Giro. “Op zo’n aankomst moet je je beste klimmersbenen hebben. En hij had ze. Hij reed met ogenschijnlijk gemak weg van zijn concurrenten, inclusief de rozetruidrager. Als hij dit niveau vasthoudt – en dat kan hij – dan is hij voor mij de topfavoriet voor de eindzege.”
Del Toro moet koers omgooien
De renner waar Bruyneel op doelt, is Richard Carapaz. De Giro-winnaar van 2019 reed op de slotklim indrukwekkend weg van zijn rivalen en kwam als vierde over de meet. In het klassement is hij inmiddels opgeklommen naar de derde plaats, op slechts 31 seconden van de roze trui. “Zijn aanval was doordacht en explosief. Dit is een renner die weet hoe je een grote ronde moet winnen,” aldus Bruyneel. “Als hij dit blijft doen, zie ik hem niemand meer voor zich dulden.”
Toch hangt het roze nog altijd om de schouders van Isaac Del Toro. De jonge Mexicaan van UAE Team Emirates kende een lastige dag, maar blijft voorlopig leider. Bruyneel verwacht wel dat de ploeg snel moet schakelen. “Ze zullen iets moeten forceren in de komende dagen. De tijd van defensief rijden is voorbij. Ga voor etappes, probeer andere ploegen onder druk te zetten.”
Tot slot wijst Bruyneel op de lastige combinatie van vermoeidheid en onervarenheid. “De dag na een rustdag is altijd speciaal. En als het dan meteen een bergrit is, zie je vaak verrassende dingen. Del Toro is jong, sterk, maar dit is nieuw voor hem. Dat mag je niet onderschatten.”