Yorrith Haan
Olav Kooij kon donderdag niet herhalen wat hem vorig jaar wél lukte in Napoli: winnen. De sprinter van Visma | Lease a Bike werd tiende in de zesde etappe van de Giro d’Italia, na een chaotische finale waarin hij geen ruimte vond om zijn sprint te lanceren. “Het is balen dat ik vandaag niet kon sprinten voor de zege”, zei hij na afloop op de ploegsite.
Enige juiste beslissing
Net voorbij de vod van de laatste kilometer ontstond er verwarring. Wout van Aert sloeg onbedoeld een gaatje met de rest van het peloton en besloot door te trekken. “Toen Wout met nog achthonderd meter te gaan aanging, besloot ik bewust wat ruimte ertussen te laten”, aldus Kooij. “Dat was naar mijn mening ook het enige juiste om te doen op dat moment.”
Van Aert werd uiteindelijk weer gegrepen, waarna het op een reguliere sprint uitdraaide. Kooij zocht de kortste weg langs de binnenkant, maar werd daar klemgereden. “Nadat Wout werd teruggepakt, dacht ik mijn kans schoon te zien. Het is het instinct van een sprinter om de snelste lijn te kiezen. Maar ik was niet de enige met dat idee, en het gat verdween. Daardoor kon ik mijn sprint niet inzetten.”
Frustraties
Het leverde frustratie op bij Kooij, zeker omdat ploeggenoot Van Aert zich eerder al had weggecijferd. De Belg gaf na afloop aan een verkeerde keuze te hebben gemaakt door zelf vol door te trekken, maar ploegleider Marc Reef is milder in zijn oordeel. “Ik denk dat Olav en Wout vandaag de goede beslissingen namen. In zo’n hectische finale moet je in een fractie van een seconde handelen.”
Hoewel de uitslag tegenviel, keek de ploeg met vertrouwen terug op de koersdag. “Het is zuur dat Olav uiteindelijk niet kan sprinten, zeker omdat we veel energie in deze etappe hebben gestoken”, aldus Reef. “Maar de manier van rijden vandaag en het gevoel in de ploeg stemmen ons optimistisch. Er komen nog sprintkansen.”
Kooij zal zich de komende dagen opnieuw moeten positioneren voor een kans op dagsucces. Na zijn vierde plaats eerder deze week, is de honger naar een ritzege onverminderd groot.
