Primoz Roglic verloor vrijdag opnieuw enkele seconden op klassementsleiders Isaac Del Toro en Juan Ayuso. Toch was er weinig reden tot zorg bij de kopman van Red Bull-BORA-hansgrohe, die na zijn zesde plaats op de Monte Berico met vertrouwen naar Slovenië trekt. “Ik voel me elke dag beter, ondanks de pijn van mijn val”, klonk het realistisch maar hoopvol.
In de finale naar Vicenza bleef Roglic uit het zicht tijdens de strijd om bonificatieseconden, terwijl zijn concurrenten daar wél punten sprokkelden. Del Toro pakte seconden bij de ‘Red Bull-kilometer’ én aan de meet, Ayuso eveneens. Roglic moest passen. “Ik kan op dit moment niets tegen hen inbrengen, want die jongens zijn heel sterk en explosief”, gaf hij toe aan het Sloveense radiostation Val 202. “Maar het wordt elke dag een beetje beter. Ik voel nog steeds pijn na mijn crash, vooral in mijn schouder en hamstring.”
Thuispubliek wacht, maar Monte Grappa lonkt
Zaterdag trekt het Giro-peloton Roglic’ thuisland Slovenië binnen, voor een etappe met aankomst in Nova Gorica. De ontvangst zal hartelijk zijn, voorspelt de Sloveen. “Ik kan niet wachten om naar Slovenië te gaan. Die dag zal in ieder geval in mijn geheugen gegrift gaan staan.” Ook sportief is het een tussenstation richting waar het echt om draait: de bergen in de slotweek.
Vooral zondag, met de dubbele beklimming van de Monte Grappa richting Asiago, wordt een eerste serieuze test. “Dat wordt absoluut een zware etappe, met pittige klimmen. Maar er volgen er nog veel meer in de laatste week”, sprak Roglic met een knipoog naar zijn échte ambities. Het is duidelijk: zijn piek moet nog komen.
Stilte voor de storm
In het klassement staat Roglic voorlopig op de vijfde plek, op 1 minuut en 35 seconden van leider Del Toro. Zijn achterstand op Ayuso is 57 seconden. Het zijn marges die overbrugbaar lijken als zijn herstel zich voortzet én zijn benen het toelaten. Tot die tijd laat de Sloveen het boni-geweld aan zich voorbijgaan, wetende dat zijn moment nog moet komen.