Uit Belgisch standpunt was het uiteraard voornamelijk Wout van Aert die alle aandacht opeiste, maar intussen heeft de miniversie van Strade Bianche ook voor flink wat wijzigingen gezorgd in het algemene klassement. En de Italiaanse hoop op eindwinst van een thuisrijder begint stilaan te groeien.
Tiberi droomt van stunt
Isaac Del Toro is na de rit van zondag de nieuwe leider, maar Antonio Tiberi staat intussen mooi op een derde plaats. Met een zesde stek in de rit naar Siena weet hij momenteel een podiumplaats te bemachtigen. Dat was voor deze Giro d’Italia ook het doel, maar intussen droomt de Italiaan toch al van meer. Hij zegt zich ook bijzonder goed in zijn vel te voelen.
“Ik kan zeggen dat ik erg blij ben met hoe ik me voel. Het beste moment voor mij tot nu toe was de graveletappe”, keek hij maandag bij CyclingPro terug op de etappe van zondag. “Ik vond het leuk en ik heb ervan genoten. Ik kan geen enkel slecht moment bedenken dat ik tot nu toe heb meegemaakt, dus ik zou kunnen zeggen dat ik geluk heb gehad.”
En dus kijkt Tiberi vol vertrouwen naar de komende twee weken. Het verleden toonde immers al aan dat hij effectief kan groeien in een grote ronde. “Ik denk dat de tweede week beter zal verlopen dan de eerste. Gezien mijn eerdere ervaringen heb ik er veel vertrouwen in. Normaal gesproken kan ik me steeds beter uiten.”
“Aan het einde van de eerste week ben ik waar ik wilde zijn, een derde plaats in het algemeen klassement is geweldig. De Giro d'Italia is nog lang, de conditie is goed, ik ben er en alles is nog mogelijk. In mijn hoofd wil ik het geloof dat ik kan winnen levend houden”, steekt Tiberi zijn grootse ambities niet onder stoelen of banken.
Waken voor euforie
Tegelijkertijd wil de renner van Bahrain-Victorious ook wel realistisch blijven. Hij gaf al aan nog geen enkel slecht moment te hebben gekend, daarvoor blijft het waken. “We weten dat het moeilijk is een grote ronde te voltooien zonder een slechte dag of in ieder geval een dag waarop je niet super bent.”
Tiberi waakt dan ook voor te grote euforie, en tracht rustig te blijven. “Omdat ik er tot nu toe geen heb gehad, zal ik deze mythe ofwel de wereld uit helpen, ofwel zullen er, van nu tot het einde, dagen zijn die ik met meer vastberadenheid tegemoet moet treden om ze te overwinnen.”