De Nederlandse wielersport is in 2024 opnieuw schoon gebleven. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Dopingautoriteit, die het afgelopen jaar 467 dopingcontroles uitvoerde binnen de wielersport – zonder één positieve test. Daarmee was het wielrennen de meest gecontroleerde sport van Nederland.
In totaal voerde de Dopingautoriteit vorig jaar 3.256 controles uit, een stijging van ruim vijf procent ten opzichte van 2023. Daarmee werd het vooraf gestelde doel van drieduizend controles ruimschoots behaald. Toch waren er zeven dopingovertredingen, vooral in sporten waar minder frequent gecontroleerd wordt. Onder meer ijshockey, powerliften en rugby werden genoemd.
Op koers
Voorzitter Vincent Egbers benadrukt dat Nederland op koers ligt. “We lopen altijd achter de feiten aan, maar de Nederlandse sportbonden werken goed mee in de dopingbestrijding,” stelt hij bij de NOS. “We doen het in Nederland vrij goed, omdat we aan de hand van risicoanalyses steeds gerichter controleren. Educatie blijft een heel belangrijk punt voor ons.”
Dat het wielrennen bovenaan staat qua aantal controles, is geen toeval. De sport blijft internationaal onder een vergrootglas liggen en is in Nederland nog altijd één van de speerpunten binnen het antidopingbeleid. Toch zijn er geen sancties opgelegd, en ook medische dispensaties kwamen binnen de wielersport niet voor.
Verschuiving
De focus van de Dopingautoriteit verschuift de komende maanden richting de wintersporten, met het oog op de Olympische Winterspelen van 2026 in Milaan. “We zullen bijvoorbeeld altijd bij het schaatsen controleren. We zijn een topland in die sport. Onze sporters moeten altijd kunnen zeggen dat ze in een jaar heel veel zijn gecontroleerd,” aldus Egbers. “Dat is ook in hun belang.”
De wielersport, die in Nederland, mag zich dus opnieuw op de borst kloppen, al blijft alertheid geboden. De Dopingautoriteit zal ook in 2025 nauwlettend blijven controleren, met educatie als blijvende pijler.