De allereerste Wereldbeker-manche op het eiland Sardinië krijgt niet de feestelijke bezetting waarop de organisatie gehoopt had. Bij zowel mannen als vrouwen ontbreekt een opvallend groot deel van de toppers. Vooral bij de mannen is de afwezigheid markant: het volledige podium van Flamanville – Thibau Nys, Lars van der Haar en Cameron Mason – laat Italië links liggen. Maar ook daarbuiten vallen gaten. Toeval?
LEES OOK: Nieuw FDJ-tenue onthult: subtiele details in mouw stelen de show
Recordaantal afwezigenBegin december is traditioneel een kantelmoment in het veldritseizoen, maar dit jaar lijkt Sardinië uitzonderlijk hard getroffen. Naast Nys, Van der Haar en Mason blijven ook Toon Aerts, Ryan Kamp, Jente Michels en Emiel Verstrynge thuis, stuk voor stuk renners uit de top tien van de Wereldbekerstand.
Volgens Eric Braes, ploegleider van Nys en Van der Haar bij Baloise Trek Lions, is er geen sprake van een doelbewuste boycot. “Het is niet zo dat we naar de kalender hebben gekeken en gezegd: dan gaan we zeker niet,” zegt hij bij WielerFlits.
Zijn kopmannen kozen ervoor om in Spanje op stage te gaan om opnieuw duurtrainingen op te bouwen. “Iedere renner heeft vroeg of laat nood aan een weekje zonder cross. Als je de rest van het seizoen en vooral de kerstperiode wil doorkomen, is dit hét moment om volume te doen in beter weer. Dat is cruciaal voor herstel.”

Sardinië lijdt onder het timingprobleem
Dat deze specifieke manche zo’n lege startlijst oplevert, lijkt vooral het gevolg van timing en locatie. Begin december zit het seizoen in een diepe trainingsfase, en een verre verplaatsing naar een eiland maakt de logistiek zwaarder dan anders.
Wie kiest voor trainingsrust of een volumeweek, verliest door de reis minstens twee trainingsdagen – een kost die toppers in deze fase niet willen betalen.
Bij Flanders Classics, organisator van de Wereldbeker, klinkt geen verontwaardiging, wel realisme. “Je weet dat renners dat in deze periode doen,” zegt crosscoördinator Chris Mannaerts. “Het is niet nieuw dat ze keuzes moeten maken. Uiteraard zien we graag meer grote namen, maar het is een zwaar seizoen. Als organisatie moet je daarmee leren omgaan.”
Stan Strubbe