Wout van Aert hoopte in de vierde etappe van de Giro d’Italia zijn sprinter Olav Kooij perfect af te zetten, maar de Belg kon in de hectische finale zijn rol niet vervullen. Van Aert kwam in Lecce pas als 129ste over de streep en verdween na afloop zichtbaar gefrustreerd de ploegbus in. “Hij werd keer op keer opgehouden”, verklaarde ploegleider Marc Reef bij VTM.
Een echte teamspeler
De 30-jarige Van Aert, nog zoekende naar topvorm na een infectie in aanloop naar de Giro, kreeg het moeilijk in het nerveuze slot van de eerste echte sprintersrit. “Wout verloor zijn ploeggenoten en probeerde een aantal keer op te schuiven, maar werd telkens teruggeslagen. Dan kun je niet meer doen waarvoor je komt”, aldus Reef.
Volgens de ploegleiding had Van Aert zijn zinnen gezet op de lead-out voor Kooij. “Wout is een echte teamspeler en stond erop om die rol op zich te nemen. Als het dan niet lukt, is het logisch dat hij gefrustreerd is. Dat laat hij dan ook merken”, gaf Reef toe over de snelle aftocht van zijn kopman na de finish.
“Even twijfelen en het is gedaan”
Voor Kooij, die uiteindelijk tweede werd achter landgenoot Casper van Uden, betekende het ontbreken van Van Aert een belangrijke aderlating. Toch stond hij er niet helemaal alleen voor. “Tot aan het lokale rondje zaten we goed in positie,” vertelt Reef. “Maar daar raakten we elkaar kwijt. Het was hectisch en dat merkte je bij meerdere ploegen.”
In de laatste kilometer nam Edoardo Affini het stokje over en bracht Kooij alsnog goed van voren. “Edo zette Olav nog perfect af, maar dan zie je dat Olav even twijfelt. Hij wacht net iets te lang om zijn sprint te openen, en op dit niveau is dat fataal.”
Het gevoel overheerst dat er meer in zat. “We wilden vol voor de overwinning gaan,” besluit Reef. “Maar in deze sprints moet alles kloppen. Vandaag was het nét niet.”