Mads Pedersen heeft opnieuw toegeslagen in de Giro d’Italia. In Vicenza boekte de Deen zijn vierde ritzege van deze Ronde, dit keer op de steile aankomst van de Monte Berico. Zijn sprint was wederom ijzersterk, maar zelf blijft hij nuchter onder zijn opmars. “Ik ben gewoon blij dat ik vandaag weer kon winnen.”
Geen jacht, wel controle
De aankomst in Vicenza vereiste finesse én kracht, twee elementen die Pedersen dit voorjaar tot in de puntjes beheerst. “Ik moest aan de rechterkant openen, iets vroeger dan ik eigenlijk wilde,” zei hij. “Maar na zo’n zware rit speelt dat minder een rol. Iedereen zit dan stuk, iedereen brandt.”
De basis voor zijn zege werd al eerder gelegd, toen ploegmaat Mathias Vacek op avontuur trok in de slotfase. “We wilden eigenlijk met hem winnen. Hij had het verdiend. Bij iets meer twijfel in het peloton had het gekund. Maar doordat hij voorop zat, zaten wij in een zetel.”
Pogacar
Pedersen kon zich sparen, en toen het peloton het kopduo net voor de slotklim terughaalde, sloeg hij genadeloos toe. Met zijn vierde zege is hij de absolute veelvraat van deze Giro, en doet hij qua dominantie denken aan Tadej Pogacar vorig jaar. Toch denkt de Deen daar nog niet aan. “Rome is nog ver. Ik wil vooral genieten van deze overwinning en de punten voor de paarse trui. Dit is zo’n gekke Giro voor mij. Overweldigend.”
Nog drie kansen, en de benen lijken nog steeds niet leeg.
Laat maar weten of je nog een versie wil met bijvoorbeeld iets meer koerscontext, of juist meer nadruk op zijn sprintstijl of concurrentie.