Wat Mads Pedersen en Lidl-Trek vrijdag in de Giro d’Italia lieten zien, had iets feilloos. De Deen sprintte in Tirana naar ritwinst én de roze trui, na een perfect uitgevoerde ploegentactiek waarin zijn helpers zich volledig opofferden. Pedersen was na afloop zichtbaar onder de indruk van het teamwerk en kroonde zijn dubbelslag tot het hoogtepunt van zijn carrière.
“Dit is mijn mooiste overwinning tot nu toe”, straalde de ex-wereldkampioen. “De eerste leiderstrui in een grote ronde is sowieso speciaal, maar om ook nog de rit te winnen na al het werk van de ploeg... Dat is ongelofelijk. Wat we hier hebben gedaan, was exact het plan: koers hard maken op de beklimmingen, de groep uit elkaar rijden en dan sprinten.” En sprinten deed hij, met succes tegen niemand minder dan Wout van Aert.
Grote dank aan Ciccone
Opvallend was de rol van Giulio Ciccone, die zich ondanks eigen klassementsambities volledig leegreed voor zijn Deense ploeggenoot. Op de tweede passage van de Surrel-klim trok hij stevig door, waarmee hij het peloton verder uitdunde. “Giulio is in geweldige vorm. Dat hij zich zo geeft voor mij, zegt alles over zijn karakter. Dat is wat kampioenen doen”, aldus Pedersen. “Ik geloof ook echt dat hij zelf een goed klassement kan rijden in deze Giro.”
De ritzege kwam er pas na een zinderende sprint tegen Van Aert, die in de slotmeters nog akelig dichtbij kwam. Pedersen wist zijn wiel nét eerder over de streep te duwen. “Je moet altijd bang zijn voor Wout. Hij is een ongelooflijk sterke renner en als hij in je buurt zit, weet je nooit zeker of je wint. Je hebt daar altijd respect en ook een beetje angst voor nodig. Gelukkig had ik vandaag de benen om het af te maken.”
Tijdrit in het roze: “Ik ga all-in”
Op zaterdag wacht direct een nieuwe test met een korte tijdrit in Tirana. Pedersen is geen uitgesproken specialist, maar hoopt de leiderstrui met strijdlust en vorm te kunnen behouden. “Ik ga mijn best doen. Het wordt zwaar, maar de benen zijn goed, dus ik ga all-in om de roze trui te eren.”
Heel veel voorbereidingstijd op de tijdritfiets was er niet, erkende de Deen. “Sinds Parijs-Nice heb ik twee keer op de tijdritfiets gezeten, omdat mijn focus op de klassiekers lag. Maar het is een korte tijdrit, dus ik moet het aankunnen. En ik wil de trui graag houden.”