Vrijdag staat Wout van Aert dan toch aan de start van de Giro d’Italia. Met een jaar vertraging, na zijn val in Dwars door Vlaanderen in 2024, debuteert hij eindelijk in een grote ronde die hem vorig seizoen nog door de vingers glipte. Maar volgens Johan Bruyneel is die deelname dit jaar allesbehalve vanzelfsprekend. “Het is niet logisch dat hij nu de Giro rijdt”, zegt de voormalige ploegleider in een gesprek met Humo. “Dat moet nog een overblijfsel zijn van dat contract van vorig jaar.”
Van Aert werkte dit voorjaar al negen eendagskoersen af, inclusief een zware campagne in de Vlaamse klassiekers en zijn aanwezigheid in de Amstel Gold Race. Bovendien is ook de Tour nog steeds voorzien op zijn kalender. Dat maakt zijn programma bijzonder zwaar. Bruyneel vermoedt dat er commerciële motieven meespelen in de keuze om toch naar Italië af te zakken. “Ik vermoed dat RCS vorig jaar al een stevig bedrag op tafel heeft gelegd voor zijn deelname. Door die blessure kwam dat er toen niet van, maar nu dus wel.”
“Van Aert straalt minder vuur uit”
De werkwijze van Giro-organisator RCS om met financiële prikkels grote namen te lokken is niet nieuw. Eerder haalden ze met een soortgelijke aanpak al vedetten als Sagan, Froome en Evenepoel naar Italië. “Van Aert is één van dé grote sterren van het moderne peloton. Zijn naam geeft uitstraling aan een koers als de Giro, en dat is ook precies wat RCS wil”, aldus Bruyneel.
Toch blijft het voor hem de vraag wat Van Aert écht nog wil bewijzen. “Hij is goed, zeer goed zelfs. Maar het is niet de Wout van de Tour van enkele jaren geleden. In zijn interviews klinkt hij opvallend gelaten. Dat valt me op,” zegt Bruyneel, die zich afvraagt of dat te maken heeft met de vele valpartijen, of het besef dat anderen – zoals Evenepoel, Pogacar en Van der Poel – inmiddels een niveau hoger zitten.
Voordeel van de twijfel
Voor Bruyneel staat het buiten kijf dat Van Aert professioneel genoeg is om zich altijd voor de volle honderd procent te geven, maar hij stelt zich vragen bij de innerlijke drive van de Belg. “Je kan wel zeggen dat je alles doet om terug te komen, maar is het vuur er nog? Dat houdt me bezig. Hij heeft nu een dik contract, en die zekerheid kan soms verlammend werken. Maar Wout kennende, zal hij daar niet in meegaan.”
Wat de motivatie ook is, Bruyneel hoopt vooral dat Van Aert zijn oude niveau terugvindt. “Ik gun hem het voordeel van de twijfel. Zijn palmares is indrukwekkend en zijn waarde voor het wielrennen onbetwistbaar. Maar het zou mooi zijn als hij in deze Giro nog één keer echt kan schitteren.”