Kevin De Jonghe
Het is door zijn ziekte al een behoorlijk turbulente Giro geweest voor Wout van Aert, maar hij blijft er de moed wel inhouden. Al zeker voor dit weekend, waar hij eigenlijk weer twee ritten volledig op zijn maat krijgt. Maar dan moeten de benen wel meewillen natuurlijk.
Offensief koersen
Beginnen bij het begin: de zaterdagetappe. Dat lijkt een uitgelezen kans voor de vlucht om het een eerste keer deze Giro tot een goed einde te brengen. Ook Van Aert toont interesse. “Ik ga het zeker proberen, want het is de eerste rit waarin de vlucht een kans heeft”, liet hij optekenen voor de start.
De Kempenaar zegt ook evolutie te voelen in zijn vorm. “Ik voel me oké en gisteren was een goede dag.” Vandaag dus proberen, en ook morgen. “Vandaag is een moeilijke rit met veel hoogtemeters, dus het is meer iets voor de klimmers. Ik heb ook de gravelrit (van zondag, nvdr) in mijn hoofd, maar met mijn huidige vorm is het niet slim om te gokken.”
Van Aert wil dus op beide paarden wedden, en kunnen we alvast verwachten dat hij zich zaterdag en zondag zal mengen in de strijd om de vlucht. Ploegleider Marc Reef wist alvast te bevestigen dat onze landgenoot zaterdag mee de vlucht in wil én mag, maar: "We hebben meer mannen klaar om mee te glippen, want er ligt toch een goede kans voor de vlucht vandaag. En ook wij willen die pakken."
🇮🇹 #GirodItalia
— Team Visma | Lease a Bike (@vismaleaseabike) May 17, 2025
Wout in town! 🇧🇪🙋🏼♂️ pic.twitter.com/FcMXaDxyFm
Zware kost
Wat betreft de ‘Strade-rit’ van zondag kreeg Van Aert alvast een vrije rol, ook op die etappe keek hij al eens vooruit. “Ik heb van de ploeg zondag een vrijgeleide gekregen. Ik acht de kans groot dat de winnaar uit de vlucht zal komen, en dat er bij de klassementsmannen vooral zal gekoerst worden om geen tijd te verliezen, en niet per se om de rit te winnen.”
Maar het zal een helse taak worden om tot een goed einde te brengen, schat Van Aert in. “Het wordt echt lastig. De finale is bijna identiek aan die van Strade Bianche, het is niet zomaar een flauw afkooksel, zoals vaak het geval is met andere gravel- en of kasseiritten in grote rondes.”
