Thijs Zonneveld kennen we niet enkel als wielerjournalist, maar ook als fervent gravelcoureur. Maar voordat de 44-jarige Nederlander zich definitief in het wielerwereldje vestigde, deed hij aan voetbal.
Zonneveld, bekend van zijn columns in de Nederlandse dagkrant Algemeen Dagblad, vertelde daar meer over bij sportpodcast Altijd Blijven Spelen. Want het was pas rond zijn achttiende levensjaar dat de veelzijdige wielerfiguur het koersen écht ontdekte...
Zonneveld koos voor ander carrièrepad
''Mijn vader koerste al op laag niveau, maar hij was er intensief mee bezig en volgde alle wedstrijden'', aldus Zonneveld. ''Ik heb het van jongs af aan meegekregen, maar ik heb zelf tot mijn zeventiende gevoetbald. Omdat ik dacht dat ik daar goed in ging worden, maar dat viel uiteindelijk vies tegen.''
Het voetbal ging hem - gehuld in het tenue van VVSB uit Noordwijkerhout - an sich aardig af, maar toen hij op een zeker moment tegen de échte talenten moest opdraven, besefte Zonneveld dat het niets meer voor hem ging worden. ''Daar was ik gewoon echt niet goed genoeg voor'', gebiedt eerlijkheid hem te zeggen.
Dirk Kuyt als plaag op het middenveld
''Ik was zestien jaar en we speelden vaak tegen Quick Boys'', vervolgde de schrijver zijn relaas. Het was namelijk ook in die periode dat Zonneveld tegen de later wereldberoemde Dirk Kuyt moest voetballen. ''Ik was midmid en bij Quick Boys speelde Dirk Kuyt midmid. Ik speelde zo'n vier keer per jaar tegen hem. We verloren altijd dik.''
En dat frustreerde Zonneveld. ''Ik was er op een bepaald moment zo klaar mee dat ik dacht: ik schop hem over de reclameborden, maar ook dat lukte niet. In plaats daarvan sprong hij eroverheen en gleed ik zelf tegen het reclamebord en blesseerde ik mijn knie'', kan hij er tegelijkertijd ook wel weer mee lachen.
Daardoor werd de focus verlegd naar de koers. ''Ik dacht: ik kan hem zelfs niet eens over de reclameborden schoppen. Dus ben ik relatief laat begonnen met wielrennen. Misschien net iets te laat.''