In de documentaire Our Spring Classics: A Wingbeat Away From Victory – Inside The Beehive geeft Team Visma | Lease a Bike een openhartige blik achter de schermen van hun uiteindelijk teleurstellend verlopen voorjaarscampagne. Wout van Aert neemt een centrale rol in, met opvallend eerlijke reflecties op zijn eigen prestaties en die van het team. “Ik voelde me helemaal niet klaar voor het openingsweekend.”
Niet goed genoeg
De documentaire toont hoe Visma | Lease a Bike niet aan de verwachtingen kon voldoen. In Omloop Het Nieuwsblad eindigde Van Aert als elfde, en stapte hij na afloop schuldbewust de teambus binnen. “Ik was gewoon niet goed genoeg, sorry.”
Ook na Kuurne-Brussel-Kuurne stak hij de hand in eigen boezem, al zette hij vraagtekens bij het rijgedrag van sommige collega’s. “Die mannen denken niet meer na als er een bocht is… Ik heb zelf het gevoel dat ik risico’s neem. Ik ben echt geen watje.”
De druk binnen de ploeg werd snel voelbaar. Ploegleider Grischa Niermann sprak klare taal: “We waren niet zo succesvol als we gehoopt hadden. Zeker in de eerste wedstrijden voldeden we niet aan onze eigen verwachtingen.” Nieuwkomer Matteo Jorgenson was al even kritisch. “De Omloop leek in niets op het team dat ik kende: de communicatie klopte niet, we zaten niet samen, en de positionering was slecht.”
Opleving, maar zonder resultaat
Toch leek alles samen te vallen in Dwars door Vlaanderen, waar Visma | Lease a Bike met drie man — Van Aert, Jorgenson en Benoot — in de kopgroep zat, tegenover éénling Neilson Powless. Achteraf bleek het een tactische nederlaag. Van Aert kreeg het vertrouwen van de ploeg, maar verloor de sprint na krampen. “Achteraf bekeken hadden we iemand moeten wegsturen,” stelt Niermann. “Er waren duizend manieren om te winnen, en maar één om te verliezen: Powless naar de meet brengen. En dat is precies wat er gebeurde.”
Het kostte Van Aert tijd om het te verwerken. “Maar op een bepaald moment kom je tot het besef: het is maar koers.”
Ook in zijn hoofddoelen, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, kwam Van Aert tekort. Hij werd in beide koersen vierde, telkens achter de ongenaakbare Pogačar, Van der Poel en Pedersen. Toch kijkt hij met opgeheven hoofd terug. “Ik was tevreden dat ik kon strijden voor een podiumplaats in een koers met de beste renners van het peloton. Ik voelde me goed in het laatste uur. Net dat gevoel had ik nodig — meer nog dan een resultaat.”