De geruchtenmolen over een mogelijke opgave van Wout van Aert in de Giro d’Italia draaide dit weekend op volle toeren. Jan Bakelants opperde in de podcast Wuyts & Vlaeminck dat het misschien verstandig zou zijn als Van Aert afstapte met het oog op de Tour. Maar de renner van Visma | Lease a Bike pareerde die suggestie niet alleen met woorden, maar vandaag ook met daden: Van Aert zat alvast in de vroege vlucht tijdens de loodzware zestiende etappe.
“Ik doe wel vaker het tegenovergestelde van wat ‘Bakie’ zegt”
Van Aert werd op de rustdag al het mikpunt van speculatie. Bakelants liet verstaan dat de Belg misschien beter kon afstappen: “Hij heeft zijn rit al, en ik weet niet of hij nog veel bergop kan betekenen. ”Maar aan de start van rit zestien gaf Van Aert een gevat en veelzeggend antwoord. “Ik ben van plan naar Rome te rijden. En ik doe wel vaker het tegenovergestelde van wat Bakie denkt,” zei hij met een knipoog tegen Sporza.
Niet veel later liet hij op de fiets zien dat zijn honger nog niet gestild is. In een etappe vol regen, kou en bergkilometers, zat Van Aert gewoon mee in de vroege ontsnapping. Het signaal is duidelijk: de Belg is niet gekomen om alleen kilometers te malen – hij wil nog iets laten zien.
Joshua Tarling (Ineos Grenadiers) abandonne après sa chute. Ils ne sont donc plus que 6 dans l'échappée : Wout van Aert (TVL), Lorenzo Germani (GFC), Josef Cerny (SOQ), Jon Barrenetxea (Movistar), Xabier Mikel Azparren (Q36.5) et Darren Rafferty (EFE). #GirodItalia pic.twitter.com/6H0oHScQ1o
— Le Gruppetto (@LeGruppetto) May 27, 2025
“Deze week kan me alleen maar beter maken”
Van Aert benadrukte dat hij de laatste week wil benutten om nóg sterker te worden. “De laatste week kan me alleen maar beter maken,” aldus de Belg. “Donderdag is er een mooie kans voor vluchters en hopelijk kunnen we op de slotdag nog sprinten. Dat blijft een doel.” Zijn motivatie is duidelijk, zijn benen spreken vandaag boekdelen.
Michel Wuyts zag al eerder een stijgende lijn in Van Aerts vorm. “Hij oogt beter dan in week één. Of hij het niveau van vroeger nog haalt, is de vraag, maar wat we nu zien stemt positief.” Ook al was Wuyts niet helemaal fan van Van Aerts eerdere uitspraken over het gedrang door klassementsploegen, de vorm lijkt duidelijk in opmars.