Donderdag krijgen de sprinters eindelijk weer een kans in de Giro d'Italia, maar dan moeten ze wel de gevaarlijke laatste kilometer overleven. Neemt de organisatie een risico met het parcours van de twaalfde etappe?
Gevaar in laatste kilometer
Tijdens de etappe staan twee klimmetjes van derde categorie op de rol, maar dat lijkt niet de grootste zorg te zijn bij de ploegleiders van de sprinters. In de laatste kilometer moeten de sprinttreintjes namelijk goed bij de les zijn om kans te maken op de overwinning.
Het begin van die laatste kilometer in de straten van Viadana is nog kaarsrecht, maar op 400 meter van de meet heeft de organisatie een onplezierige verrassing in petto. Het aanstormende peloton maakt dan namelijk plotseling een scherpe bocht naar links. Als sprinter wil je daar zeker niet te ver zitten.
Ze leren het niet
Aangezien iedereen met zijn ploeg als eerste die bocht wil nemen, lijkt de kans op valpartijen groter te zijn dan bij andere sprintetappes. Het doet denken aan de eerste sprintkans van deze Giro, waar ook iedereen als eerste de laatste bocht door wilde komen.
In die vierde rit in Lecce trok de Nederlander Casper van Uden aan het langste eind, voor Olav Kooij en Maikel Zijlaard. Toen bleven de verwachte tuimelpartijen uit, laten we hopen dat dit een week later ook het geval is.
En dan valt de vraag te stellen: is dit alweer nodig van de organisatie? Het betreft een overduidelijke sprintetappe te zullen worden, dus lijkt het andermaal een onnodig risico te zijn. We zagen de voorbije jaren al tal van zware valpartijen plaatsvinden, ook mede door een te onveilig parcours in de laatste kilometer.