Juan Ayuso begon de Giro d’Italia als podiumkandidaat, maar zag zijn klassementsambities dinsdag in rook opgaan. In de zestiende etappe kraakte de Spanjaard van UAE Emirates-XRG volledig, verloor bijna een kwartier en liet pas woensdag, voorafgaand aan rit 17, van zich horen. “Ik moest tegen Arrieta zeggen dat hij langzamer moest rijden. Dat je dan ingehaald wordt door auto's... het is pijnlijk.”
Elke dag geleden
Dat het niet de Ayuso was van de Tirreno of de Vuelta, zag hij zelf al langer aankomen. “Sinds Siena heb ik elke dag geleden. Ik weet niet zeker of het door mijn knie komt, maar toeval bestaat zelden. Op de rustdag kon ik amper trainen. Ik wil het geen excuus noemen, maar het lichaam spreekt z’n eigen taal.” Zijn gevoel was duidelijk: de vorm van de lente is hij kwijt, de Giro veranderde in een lijdensweg.
Hoewel een opgave logisch lijkt, denkt Ayuso daar voorlopig niet aan. “Ik hoop dat ik nog iets kan doen in het slotweekend. Vandaag de Mortirolo oprijden en herstellen tegelijk is moeilijk, maar ik wil het team helpen. Isaac is nu onze kopman.” Hij kijkt dus vooruit, al is het met een ander doel dan vooraf. “Vrijdag of zaterdag wil ik iets proberen. Daar hou ik me aan vast.”
“Zij trokken vol door terwijl wij stonden te plassen”
Ayuso had dinsdag ook nog een rekening openstaan met INEOS Grenadiers. “Na die val van Roglic en Carapaz stond het peloton even stil. Wij konden niet plassen in het stadje, dus stopten we buiten het centrum. Precies op dat moment trok INEOS vol door.” Het schoot Ayuso in het verkeerde keelgat. “Iedereen moet zijn conclusies maar trekken. Maar als hen iets overkomt, gaan wij niet wachten.”
De Spanjaard benadrukte dat zijn kritiek niet uit frustratie kwam, maar wel uit teleurstelling. “Het hoort niet, zeker niet na een valpartij. Dat zo'n moment wordt aangegrepen om het tempo op te voeren, voelt verkeerd. Maar goed, het is gebeurd. Wij hebben het onthouden, dat is genoeg.” De toon is vriendelijk, maar met een duidelijke boodschap.
Ondanks alles weigert Ayuso de Giro als mislukt te bestempelen. “Ik heb een etappe gewonnen, dat blijft staan. Natuurlijk had ik meer verwacht, maar dit hoort ook bij het wielrennen. Je leert jezelf pas echt kennen op slechte dagen. Als ik nog iets kan laten zien in het weekend, dan sluit ik toch nog af met opgeheven hoofd.”