Het werd andermaal een voorjaar om van te smullen bij Mathieu van der Poel, maar er is geen tijd meer om nu rustig achterover te leunen en te genieten van de geleverde prestaties. Intussen is de Nederlander immers alweer hard aan het werk.
Hard aan het werk
Dat met het oog op het tweede deel van zijn seizoen, voornamelijk met de Tour de France als hoofddoel. Daar wil Van der Poel eindelijk nog wel eens gaan scoren. Het is immers al van 2021 geleden dat hij daar een ritoverwinning wist te boeken, op de Muur van Bretagne tot op heden nog steeds zijn enigste dagsucces ooit in Frankrijk.
Om daar verandering in te brengen – het parcours leent hem dit jaar ook wel een groot deel tot Van der Poel – wordt de workload op training terug flink opgetrokken. “Het koken is terug begonnen”, schrijft Van der Poel, die zijn vaste trainingsmakker Freddy Ovett duidelijk al flink pijn wist te doen. “The struggle is real”, laat die immers weinig aan de verbeelding over na een zware driedaagse in het wiel van zevenvoudige wereldkampioen veldrijden.
Mountainbike van stal
Intussen maakt Van der Poel zich ook op om terug een MTB-wedstrijd te rijden. Dat zal gebeuren in het Duitse Heubach op 17 mei, volgende zaterdag dus. De organisatie van ‘Bike The Rock’ heeft via sociale media inmiddels al bekendgemaakt dat Van der Poel daar van start zal gaan.
Met het zicht op een wereldtitel in het mountainbiken zoekt Van der Poel ook een trauma uit te wissen. Tijdens de Olympische Spelen in Tokyo kwam hij zwaar ten val door het ‘missende’ plankje, en ook op zijn vorige WK mountainbike in 2023 moest de Nederlander vroegtijdig opgeven door een valpartij.
Het begin van misschien wel het laatste grote doel uit zijn carrière. De wereldtitel behalen in het mountainbike, en vervolgens ook een gooi doen naar olympisch goud. Daarvoor moet Van der Poel wel nog wachten tot de Olympische Spelen van 2028 in Tokyo.