Mads Pedersen was zijn roze trui na twee dagen Giro d’Italia alweer kwijt, maar echt teleurgesteld klonk de Deen niet. Na een sterke tijdrit in Tirana kwam hij net één seconde tekort om Primoz Roglic voor te blijven. “Laat hem er maar van genieten – hopelijk is het maar voor één dag.”
Pedersen kwam uiteindelijk als zevende over de streep, op twaalf seconden van ritwinnaar Joshua Tarling. Toch overheerste vooral het gevoel dat hij niets had laten liggen. “Het was nog steeds een hele goede tijdrit. Ik heb gedaan wat ik kon. Ik werd gewoon verslagen door betere renners”, zei hij voor de camera.
Geen vleugels, wel pijn
Of het dragen van de leiderstrui hem iets extra’s gaf? “Het maakt geen verschil. Een tijdrit van 15 kilometer is altijd ‘fucking painful’, met of zonder trui”, aldus Pedersen, die wel met trots terugkeek op zijn dag in het roze. “Het blijft een eer om ‘m te dragen. Daar heb ik alles aan gedaan. Maar vandaag was het niet genoeg.”
De Deen weet ook wel waar het verschil werd gemaakt. “Op de klim hadden lichtere renners een voordeel. Primoz is daar natuurlijk ijzersterk. Hij is één van de beste klimmers ter wereld en voormalig Olympisch kampioen tijdrijden. Dan weet je dat het lastig wordt.”
De Giro is pas net begonnen
Toch houdt Pedersen vertrouwen. “We staan nog altijd dicht bij elkaar. Ik heb goede benen en het team is gemotiveerd. Morgen krijgen we een nieuwe kans en dan gaan we er alles aan doen om die trui terug te winnen.” De renners trekken op dag drie naar de Llogara-pas, met daarna een lange afdaling richting de finish.
Dat parcours moet hem beter liggen, denkt Pedersen. En mocht het niet lukken, dan is er volgens hem geen man overboord. “De Giro is pas net begonnen. Er komen nog veel kansen. Vandaag was een gevecht, morgen is er weer één.”