Ook Patrick Lefevere zal de komende drie weken ongetwijfeld vastgekluisterd zitten aan zijn televisietoestel. Al leverde dat op dag één van de Giro wel meteen hartzeer op. Mikel Landa kwam zwaar ten val en moest meteen opgeven.
Hart bloedt
De Spanjaard was hét speerpunt van Soudal Quick-Step tijdens deze Giro, een flinke aderlating dus. Los van het sportieve is het voor Lefevere ook op puur menselijk vlak een serieuze opdoffer. “Ik ben niet de teergevoeligste mens op aarde, maar mijn hart bloedt als ik Mikel Landa zo hard tegen de grond zie gaan”, is hij duidelijk.
Intussen is ook de diagnose bekend: een stabiele breuk van de thoracale wervel elf. Een wervelbreuk dus. Einde Giro, en meteen ook een streep door de Tour? Daar ziet Lefevere het (voorlopig) wel positiever. “Eén dag in het ziekenhuis en daarna vier weken platte rust. Koers moet ongeveer de enige sport in de wereld zijn waar we dan zeggen: ‘Het valt nog mee’.”
Levensgenieter Landa
Afgaande op deze woorden zou Landa de Tour dus mogelijk nog kunnen halen, Lefevere duimt alvast mee. Zoals aangegeven is hij immers verliefd geworden op de persoon Landa. En hij niet alleen. Zo stelt de voormalige CEO van Soudal Quick-Step bij Het Nieuwsblad dat de Spanjaard zich in een mum van tijd tot lieveling heeft gekroond binnen de ploeg.
“We dachten allemaal dat hij een gesloten, introvert persoon was. Helemaal niet dus. Hij praat graag en doet dat ook nog in uitstekend Engels. Een souvenir van zijn periode bij INEOS Grenadiers. Ik denk niet dat er veel renners in de ploeg zijn die kunnen zeggen dat ze van Mikel niks hebben bijgeleerd. Als het zo is, ligt het aan hen en niet aan hem”, is Lefevere vol lof.
Landa blijkt naast een super professional ook een echte levensgenieter te zijn. En dat spreekt Lefevere des te meer aan. “Mikel is een speciale kerel die het op zijn manier doet. Een goeie prof, maar soms met een sigaartje of een whiskey. Op de Schaal van Lefevere komen er dan punten bij in plaats van af”, knipoogt hij. “Zolang het tenminste een glas is en geen fles. En bij Landa is het nooit een fles.”