Een nieuwe dag, een nieuwe kans voor Wout van Aert in de Giro d’Italia. De aankomst in Matera, met zijn korte maar pittige slotklim, lijkt op papier geknipt voor de klassiekerspecialist van Visma | Lease a Bike. Maar zelf blijft Van Aert voorzichtig. Zijn vorm is wankel, de voorbereiding was verre van ideaal, en dat merkt hij ook in koers.
Pijnlijke benen
“Gisteren werd er nauwelijks gefietst, er was maar één vluchter, en toch deden de benen pijn”, klonk het eerlijk na afloop van de vierde etappe. Van Aert werd uitgespeeld als lead-out voor sprinter Olav Kooij, maar kwam nooit echt in stelling. “Ik geraakte niet vooraan. Dat frustreert me enorm, want ik wilde Olav graag helpen. Dat lukte niet.”
Het beeld is tekenend voor zijn openingsweek in Italië. De benen sputteren, de motor hapert. En dat voelt Van Aert zelf ook. “Als ik me vandaag opnieuw zo voel, kom ik er absoluut niet aan te pas”, voorspelt hij. “De finale is zwaar en interessant, eentje waar ik normaal gesproken iets kan. Maar of dat vandaag realistisch is, dat durf ik niet te zeggen.”
Geduld blijft sleutelwoord
Het is niet de Giro waarin hij op voorhand had willen starten. Zijn opbouw werd verstoord door blessureleed en ziekte, en dat laat zijn sporen na. Toch blijft Van Aert geloven in een ommekeer, ergens deze maand. “Ik had hier liever op een andere manier geweest. Maar het is wat het is. Er komt nog veel aan in deze Giro en ik hoop absoluut op beterschap. Die moet er stilaan toch echt aankomen.”
Zijn ploeg houdt het vertrouwen, en Van Aert zelf probeert met een gezonde dosis realisme en hoop door de eerste koersweek te komen. “Ik wil erbij horen in finales zoals vandaag, maar het lichaam moet dat ook toelaten. Het is afwachten.”
Tot slot toont hij zijn bekende nuchterheid én zin voor esthetiek. “Zelf ga ik er vandaag niet van kunnen genieten, maar wie ooit in de buurt is: de aankomstplaats Matera is absoluut een bezoek waard.”