Als iemand weet wat er kan gebeuren op de Colle delle Finestre, is het Chris Froome wel. In 2018 schreef hij er geschiedenis door met een monsterontsnapping de Giro d’Italia op zijn kop te zetten. Nu, zeven jaar later, blikt hij terug op die dag en kijkt hij met spanning vooruit naar de etappe van zaterdag, waarin dezelfde beklimming opnieuw een hoofdrol speelt.
“Voor mij was dat de meest memorabele dag op de fiets ooit,” vertelt Froome. “Van zo ver aanvallen, dat zag je toen eigenlijk nooit. Nu zie je het steeds vaker. Mijn ploeggenoot Frigo deed het gisteren nog in de Tour of the Alps en won.”
“Misschien begon het daar allemaal mee”
De historische rit uit 2018 begon met een aanval van Froome op tachtig kilometer van de finish. Op de grindklim van de Finestre reed hij weg van zijn concurrenten, om uiteindelijk solo te winnen én de roze trui te pakken. Tom Dumoulin volgde op ruim drie minuten en zou in Rome tweede worden achter Froome, die zijn enige Giro-zege boekte.
“Misschien was die etappe wel het begin van iets in het moderne wielrennen,” grapt Froome. “Al is er veel veranderd, vooral op het gebied van voeding. Destijds moest ik daar ook op letten om die inspanning vol te houden. Nu zie je dat voedingsstrategieën bepalend zijn voor zulke aanvallen.”
Absolute hel
Voor de renners in de Giro van 2025 heeft Froome een duidelijke boodschap. “De derde week is altijd een hel, maar deze etappe steekt er met kop en schouders bovenuit. Ik verwacht echt dat renners hier álles op het spel gaan zetten. De Finestre dwingt je om te kiezen: wachten of alles riskeren.”