De Giro d’Italia krijgt er dit jaar een extra kruiding bij: op zondag 18 mei wacht de renners een mini-Strade Bianche. Dertig kilometer grindwegen staan er op het menu tussen Gubbio en Siena. Maar is dat wel gepast in een grote ronde? In de podcast Wuyts & Vlaeminck buigen de kenners zich over die vraag — met opvallend veel bijval voor het spektakel.
"Doe dat niet" – of toch wel?
Michel Wuyts reageert met dubbele gevoelens op het grindintermezzo. “Reflexmatig zou ik zeggen: doe dat niet,” klinkt het eerst. “Maar ik heb in de Tour geleerd dat zo’n ritten een prettig vertoon opleveren, terwijl het uiteindelijk weinig verandert in het klassement.” Toch plaatst hij ook een kanttekening: “Ja, op een rotdag kan je er het klassement mee verliezen. Dat blijft pijnlijk. Maar als je dat afweegt tegen de spanning en hitsigheid die zo’n rit creëert, dan leg ik me daarbij neer.”
Ook voormalig prof Nathan Van Hooydonck vindt het geen probleem. “Het hoort er gewoon bij. Het is niet dat ze over onberijdbare wegen gaan rijden,” stelt hij gerust. VTM NIEUWS-journalist Maxim Goethals voegt eraan toe: “Het is een light-versie van de Strade. Ik vermoed dat de schade voor de klassementsmannen zal meevallen.”
Show gegarandeerd?
De grindrit richting Siena belooft alleszins spektakel: dertig kilometer stoffige, hobbelige wegen die de koers op stelten kunnen zetten. Zeker met het profiel van de etappe — punchy, technisch en nerveus — mogen we rekenen op een strijd tussen waaghalzen, terwijl de klassementsmannen hopen schadevrij door te komen.
Stage 9 will be Gubbio - Siena with gravel sections and the same classic finale of Strade Bianche in the beautiful Piazza del Campo, one of the best finishes in cycling.
— Lasterketa Burua (@LasterketaBurua) October 30, 2024
Stage 10 Lucca-Pisa ITT should be around 20-30 km and flat. 45 km would have been better. #Giro pic.twitter.com/t4yNJaAR4Y