Vier ritzeges, één indrukwekkende vormcurve en geen enkel teken van verval: Mads Pedersen is bezig aan een uitzonderlijke Giro d’Italia. Maar hoe krijgt een renner het voor elkaar om al sinds februari op topniveau te presteren? Coach Mattias Reck legt uit hoe de Deen sinds hun samenwerking in 2019 is uitgegroeid tot een échte allround-winnaar.
Lees ook
TEST ARTIKEL
Consistentie boven alles
TEST ARTIKEL
De samenwerking tussen Pedersen en Reck begon ruim vierenhalf jaar geleden bij Lidl-Trek en is sindsdien onafgebroken gebleven. In die periode veranderde Pedersen van een grillige krachtpatser in een stabiele winnaar, van Parijs-Nice tot de Giro.
“Het was één van de doelen toen we samen begonnen: zorgen dat hij consistenter werd,” zegt Reck. “De jonge Mads was soms echt goed, maar af en toe ook wel ‘quite bad’. Ik vond dat hij vaker moest winnen.”
Dat plan lijkt inmiddels volledig geslaagd. Pedersen presteerde al in het voorjaar, piekte in Roubaix en wint nu ritten in Italië alsof het niets is. Volgens Reck ligt de sleutel in de opbouw: een stevig trainingsblok tot januari, enkele prikkelkoersen in februari, en dan opnieuw rust en volume. “De sleutel is fris aan Roubaix beginnen én daar nog pieken. Als het daar fout gaat, is het seizoen klaar.”
‘Spicy intervals’ en hittetraining
Na Roubaix kreeg Pedersen eerst een week volledige rust, daarna basisuithoudingstraining. En dan, pas in week drie, volgde de intensiteit. Reck: “We doen dan specifieke blokken: hittetraining op de rollen in winteroutfit, sprintintervallen, tempo-opbouw. Maar alleen als zijn lijf aangeeft dat het werkt.”
Opvallend is hoe Pedersen ook vlak voor koersen anders getraind moet worden dan anderen. Een klassieke ‘opener’ — kort en pittig — werkt niet. “Bij Mads moet dat drie uur zijn met blokken. Anders heeft hij slechte benen. Zijn lichaam is zó uniek. Hij kan trainen als een echte maniak”
“Ik durf hem soms niet genoeg te pushen”
Wat Reck het meest fascineert, is Pedersens vermogen om enorme trainingsvolumes te blijven verteren. “Als ik bij Mads fouten maak, is het omdat de training te licht was. Nooit te zwaar.” Terwijl toppers als Van der Poel en Pogacar bewust kiezen voor minder koersdagen, kan Pedersen wél koersen én pieken.
Reck besluit met een opmerkelijke bekentenis: “Ik heb zijn limiet nog altijd niet gevonden. Elk jaar durf ik een beetje meer. En hij blijft maar verbeteren. Volgend seizoen gaan we nóg verder.”