Voor Remco Evenepoel was het alweer een topseizoen, al wou het in de grote rondes niet bepaald lukken. In de Giro kreeg hij corona, en in de Vuelta besliste één mindere dag over zijn mindere eindklassement. Volgend jaar wacht de Tour.
Gezien Evenepoel op het vlak van grote rondes – althans het rijden van een klassement – geen grote adelbrieven heeft kunnen voorleggen, wordt er toch weer getwijfeld of hij kan wedijveren in de Tour. Volgens Adrie van der Poel zou het weleens te vroeg kunnen zijn om al naar Frankrijk te trekken en het op te nemen tegen Pogacar, Roglic en Vingegaard.
“Ik weet niet of Remco voldoende stappen gezet heeft om nu al vol voor de Tour te gaan. Oké, hij won vorig jaar al de Vuelta. Maar moet hij niet eerst eens de Dauphiné of de Ronde van Zwitserland winnen om te praten over meedoen voor het Tourpodium?”, stelt die immers duidelijk in Het Nieuwsblad.
EVENEPOEL MIST KALMTE
In de afgelopen Vuelta zag Van der Poel sr. een te nerveuze Evenepoel. “Ik had het aan het begin van de Vuelta al gezien: Dit gaat hem niet worden. Hij maakte dezelfde fouten als destijds in zijn eerste Giro: sprinten voor een paar seconden.”
“Als je zeker bent van jezelf, als je goed in je vel zit, doe je dat niet. Dat is een soort bluf dat niet werkt als je tegen doorgewinterde profs als Roglic of Vingegaard rijdt, aldus de Nederlander.
Máár: Evenepoel is een fantastische coureur. Ook dat geeft Van der Poel volmondig toe. “Zonder discussie. Zijn palmares zegt genoeg. Er staat al veel op en er gaat nog veel bij komen. Ik zie op dit moment twee renners die de vijf Monumenten kunnen winnen: Tadej Pogacar en Remco Evenepoel.”