Lotte Kopecky had haar zinnen gezet op Luik-Bastenaken-Luik, maar moest zich uiteindelijk tevreden stellen met een vijfde plaats. Voor de wereldkampioene was het een ontgoocheling, zeker gezien haar dominantie eerder dit voorjaar. In de podcast Wuyts & Vlaeminck wordt er teruggeblikt op haar prestatie én vooruit richting Tour de France Femmes.
Tijd om hulp in te roepen?
Volgens analist Michel Wuyts en bondscoach Serge Pauwels is er geen reden tot paniek, maar wel tot reflectie. Beiden stellen zich vragen bij de manier waarop Kopecky zich voorbereidt. Tot nu toe werkt de Belgische vooral op haar eigen gevoel, zonder vaste trainer. “Dat is op termijn niet houdbaar”, klinkt het. Zeker met het oog op een mogelijke gooi naar het eindklassement in de Tour, zou gerichtere begeleiding nodig zijn, geven ze Kopecky als gouden raad.
Pauwels wijst erop dat langere inspanningen zoals in de Tour vragen om een andere trainingsaanpak. Zelfstandig trainen volstaat misschien nog voor eendagskoersen, maar voor een etappekoers van dat kaliber moet je volgens de bondscoach anders toewerken naar piekvorm.
Luik is geen ramp, wel een signaal
Luik-Bastenaken-Luik wordt vaak gezien als een graadmeter voor wat renners later in het seizoen kunnen laten zien. Toch is het resultaat van Kopecky geen reden tot doemdenken, benadrukt Pauwels. De ervaring leert dat wie in het voorjaar flonkert, niet noodzakelijk in topvorm is in juli — en andersom. In dat opzicht kan haar vijfde plaats zelfs een goed teken zijn.
Toch overheerst de hoop op wat nog komt. Kopecky werd al eens tweede in de Tour de France Femmes en bewees daar dat ze in staat is om mee te dingen voor de eindzege. Wuyts gelooft rotsvast dat ze die stap nog kan zetten. “Mits de juiste begeleiding én een doordacht traject richting de zomer, blijft de gele trui binnen bereik.”