Matthew Brennan is nog maar 19, maar hij rijdt en praat als een gevestigde waarde. In zijn eerste profjaar bij Visma-Lease a Bike pakte de Brit al zes zeges, waaronder drie op WorldTourniveau. Vergelijkingen met grootheden als Wout van Aert zijn dan snel gemaakt, maar Brennan houdt de voet stevig op de grond. “Ik ben Van Aert niet,” stelt hij nuchter.
Bliksemsnelle doorbraak
Met zijn recente sprintzege in de Ronde van Romandië liet Brennan opnieuw zien dat hij geen eendagsvlieg is. Zijn absolute doorbraak beleefde hij echter in de GP Denain, waar hij niet alleen zijn eerste topzege boekte, maar ook tactisch iets nieuws probeerde: cafeïne. “Op aanraden van de ploeg probeerde ik eens een cafeïnegel. Dat kwam behoorlijk hard binnen,” lacht hij.
Dankzij die prestatie mocht Brennan onverwacht starten in Parijs-Roubaix. Opmerkelijk: in het Bos van Wallers reed hij zelfs kopman Van Aert voorbij. “Ik dacht vooral na over hoe ik de ploeg kon helpen. Ik voelde me goed en wist dat ik wat meer verantwoordelijkheid moest nemen,” zegt Brennan in een interview met Het Nieuwsblad.
Geen kopie van Van Aert
Hoewel Brennan veel opsteekt van Van Aert, wil hij niet in diens schaduw rijden. “Als mensen mij met hen willen vergelijken, that’s fine. Maar ik moet mijn eigen plan volgen. Ik ben Van Aert niet. Hij heeft zijn eigen pad bewandeld, ik moet het mijne uitstippelen.”
Die nuchterheid helpt hem om met de druk om te gaan. “Op sommige dagen wil ik gewoon met rust gelaten worden door de media, maar meestal vind ik het geen probleem. Interviews helpen me zelfs om te reflecteren over wat ik al heb bereikt.”
Toekomst vol dromen
Brennan bouwt ondertussen gestaag aan zijn toekomst. Zijn ervaring op de piste helpt hem bij positionering op de weg, en hij sluit niet uit dat hij ooit terugkeert naar de baan. Zijn grote droom? “Een ritzege in de Tour de France, specifiek in 2027 met de Grand Départ in het Verenigd Koninkrijk. Dat is een van mijn doelen.”
Voorlopig blijft het succes elkaar echter snel opvolgen, en het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat we nog meer van de jonge Brit gaan horen. Maar één ding is duidelijk: Een kopie van Van Aert hoeven we niet te verwachten. Brennan wil zijn eigen naam schrijven in de wielergeschiedenis.