Thibau Nys groeide dit voorjaar uit tot vaste waarde in het klassieke peloton, maar als het over bewondering gaat, kijkt hij vooral naar Mathieu van der Poel. De wereldkampioen maakte grote indruk op Nys, vooral met zijn sprintzege in Milaan-Sanremo.
In een gesprek met José De Cauwer voor de rubriek Op tournee met José haalt Nys die specifieke sprint nog eens aan. De Cauwer begint over de Amstel Gold Race, waar Nys’ ploeggenoot Skjelmose eerste werd in de sprint voor Pogacar en Evenepoel. Nys grijpt dat moment aan om Sanremo erbij te halen.
Killer
“Als je spreekt over een killer aan de meet, dan is de strafste toch Mathieu van der Poel? Wat hij deed in Sanremo dit jaar, dat vond ik echt ongezien”, zegt Nys. Volgens hem is het moment veel te weinig besproken geweest. “Pogacar liet zich bewust uitzakken, een beetje zoals Kwiatkowski dat in 2017 deed, om met snelheid van achteruit te komen. Maar Mathieu kiest het perfecte moment, wijkt uit naar links, en begint als eerste te sprinten. Daardoor maakt hij de hele opzet van Pogacar kansloos.”
Van der Poel klopte uiteindelijk zowel Pogacar als Ganna, en dat was volgens Nys geen toeval. “Hij gebruikte hun strategie tegen hen. Ik vond dat ongelofelijk goed gedaan. Ik ga niet zeggen: zo had ik het ook gedaan, maar zo zou ik het wel héél graag willen doen, haha.”
Hoewel hij zelf op de weg goed uit de verf komt – met onder meer een vijfde plek in Luik-Bastenaken-Luik – blijft de veldritwereld een belangrijk referentiepunt voor Nys. Hij breekt in het interview ook een lans voor crossers als Lars van der Haar, Eli Iserbyt en Joris Nieuwenhuis.
Uitzonderlijk
“Het is makkelijk om geringschattend te doen over die mannen als je alleen naar Mathieu kijkt. Maar laten we eerlijk zijn: Mathieu heeft de afgelopen twee jaar ook op de weg álles opgeruimd. Van Sanremo tot Roubaix, de Ronde en het WK. Gaan we zijn tegenstanders daar dan ook sukkelaars noemen?”
Voor Nys is het duidelijk: wie Mathieu van der Poel klein wil maken door zijn crossconcurrenten te minimaliseren, mist de kern van het verhaal. “Hij is gewoon uitzonderlijk. En dat toont hij overal.”