Stan Strubbe
De wielerwereld blijft gefascineerd door de parallel tussen Tadej Pogacar en Eddy Merckx. Beiden zijn dominante figuren in hun tijd, beiden winnen op alle terreinen. Maar is het fair om de ene met de andere te vergelijken? Volgens Johan Museeuw niet. “Om het palmares van Merckx te evenaren moet Pogacar nog een hele weg afleggen.”
Andere tijd, andere sport
De Leeuw van Vlaanderen snapt de drang tot vergelijken, maar vindt het niet correct. “De vergelijking is onzinnig. Dat was een andere tijd, ander materiaal, andere voorbereiding, andere voeding. Merckx wist nog helemaal niets van goede voeding.”
Toch ziet Museeuw wel enkele raakvlakken tussen de twee grootheden. “Je kunt van een gelijkenis spreken: ook Merckx stak er in zijn tijd geweldig bovenuit. Pogacar doet dat nu in een peloton waar het niveau uitermate hoog ligt.”
Pogacar: dominantie met een glimlach
Wat Museeuw vooral waardeert aan Pogacar, is zijn houding. “Aan zowel Merckx als Pogacar kun je geen hekel hebben. Pogacar is een renner die altijd lacht, die positief is voor de camera. Hij haalt weleens een grapje uit en dat zie ik graag. Hij is zeker niet arrogant.”
Toch is de Sloveen – ondanks zijn indrukwekkende erelijst – niet onaantastbaar. “In bepaalde specifieke koersen moet hij zijn meerdere erkennen in Mathieu van der Poel. Maar dat is dan ook de enige.”
Museeuw blikt ook even terug op zijn eigen jeugd. “Ik was nog een kind, maar uiteraard fan van Merckx. Dan zat ik met mijn ouders voor de televisie te kijken naar Merckx die solo voorop reed.” Die magie blijft hangen – maar is volgens hem niet één-op-één te vergelijken met het huidige tijdperk.
