Het overlijden van Ludo Dierckxsens grijpt iedereen aan, zeker binnen de wielerwereld. Hij draagt dan ook een geweldige reputatie met zich mee, de man die altijd glimlachte en in de koers steeds tot het uiterste ging. Ook Michel Wuyts kent nog enkele fraaie anekdotes over die man die amper 60 jaar mocht worden.
Ongeziene gekte
Zo herinnert hij zich ook nog de grootste triomfen van Dierckxsens. Toen hij Belgisch kampioen werd in 1999 bijvoorbeeld. Wuyts stelt dat hij nog nooit zo’n euforie zag bij het Vlaamse publiek. “Ludo reed ronden alleen en Geraardsbergen daverde. Het land van de glimlach. Dat van een zot geworden volk, dat van een oeverloos blije Ludo. Ik stond aan de streep en beleefde nooit zo’n collectief delirium.”
Dierckxsens kon zijn geluk niet op met eindelijk een beloning voor zijn onuitputtelijke energie. “’Dat had ge niet gedacht, he Michelleke.’ Waarna hij me omhelsde. En aanvulde met: ‘Ik geloof dat de mensen mij graag zien.’ Ik heb er niet één gekend, zo’n volkse jongen die zo veel aandoenlijk geluk uitstraalde.”
Daarop volgend kwam vrijwel meteen zijn zege in de Tour de France, ongetwijfeld hét grootste succes uit de carrière van Dierckxsens. Wuyts weet nog hoe hij daar Aleksander Vinokourov over de duim legde. “In de afdaling vol in de camera zijn handelsmerk getoond: die gouden glimlach.”
Gemiste triomf in De Ronde van Vlaanderen
Wuyts meent dat er zelfs nog meer in de carrière van Dierckxsens had gezeten. Zelfs zegevieren in De Ronde van Vlaanderen was mogelijk geweest, stelt hij zonder verpinken bij HLN. “Ja, hij had die kunnen winnen. Die van ook al 2001, in zijn allerbeste lente. Acht koplopers reden de diepe finale in. Ludo had Max Sciandri aan zijn zij. Allebei van Lampre, het enige koppel aan het front.”
Ook daar werd Dierckxsens vooruitgestuwd door een uitzinnig publiek. “Opgejut door horden supporters, die luidkeels zijn naam riepen. ‘Ludo, Ludo’ uit duizenden kelen. Een gekte die op zijn zinnen sloeg.” Want winnen werd er niet gedaan. Te weinig ‘onderhandelaar’.
“Bortolami won, voor Dekker. Sciandri werd zevende, Ludo achtste. Te gul geweest en geen meester in het overleg. Waarom toch, vroeg ik hem. ‘Michel, ge kunt niet beseffen hoe blij al dat enthousiasme een mens maakt. Ik moest die mensen onderweg al het beste van mezelf geven.’”