De hele wielerwereld was donderdag bijzonder geschokt na het horen van het nieuws dat Ludo Dierckxsens was overleden. Hij was – zoals algemeen geweten - een bijzonder graag gezien persoon, zelfs bij de tegenstanders van vroeger. En zo’n tegenstander van vroeger, dat was ook Patrick Lefevere, ex-CEO van Quick-Step.
Transfer geweigerd
Ook voor Lefevere was het schrikken toen hij donderdagnamiddag op zijn smartphone scrolde. “Het zijn van die berichten waar je even niet goed van bent. Ludo Dierickxsens overleden. Zestig jaar nog maar. Terwijl hij nota bene aan het fietsen was, iets wat hij kennelijk nog altijd heel intensief deed.”
Echt heel persoonlijk lijkt Lefevere hem niet te hebben gekend, maar uiteraard deelt hij wel een groot verleden in de koers met Dierckxsens. In zijn beste dagen toch bij de betere Belgen. Maar een transfer naar Quick-Step heeft er desondanks nooit ingezeten, zegt Lefevere. Hij twijfelt of hij wel bij de ploeg had gepast, met duidelijke reden.
“Hij was niet iemand van het ploegbelang, maar wilde liever koersen zoals zijn hart hem dat ingaf. Niet gebonden aan tactiek”, verklaart Lefevere immers. Waarmee hij niet willen bedoelen dat hij een soloridder was. Eerder iemand die koerste met een groot hart, waarmee hij soms zelfs in zijn eigen voeten schoot.
Geld was bijzaak
Want zo heeft Lefevere in goed voorbeeld van hoe Dierckxsens écht in elkaar zat als het aankwam op de koers. Zo haalt hij bij Het Nieuwsblad de editie van Parijs-Roubaix van 2001 van onder het stof. Daar reed Dierckxsens vol in de achtervolging op Wilfried Peeters, nochtans een goede vriend en trainingsmakker.
“’Allé Ludo, waarom doe je dat? Fitte zal u wel iets geven’, zei Museeuw toen. Nu bestaat dat niet meer, maar Roubaix was toen nog bij uitstek de koers waar je een goeie cent aan kon verdienen. Ludo deed er niet aan mee. Die reed rechtdoor”, toont Lefevere aan dat prestige belangrijker was dan geld voor de Kempenaar.
Een mooie eigenschap, waar een eerlijke Lefevere echter wel vragen bij heeft. Zeker bij iemand die pas op late leeftijd bij de profs kwam en dus het amateurcircuit bijzonder goed kende. “Ik ken de moraal in de Kempen niet, maar bij ons in West-Vlaanderen hoorde je bij de amateurs vaak: ‘als je niet kan winnen, zorg dan minstens dat je langs de kassa passeert.’” Niet bij Dierckxsens, zo bleek.
Liever zelf winnen
Ook Michel Wuyts herinnert zich die bewuste Parijs-Roubaix bij HLN. "Tot drie keer toe verscheen kopman Museeuw naast een dampende Ludo. Iedere keer verhoogde hij zijn bod. Ludo schudde even vaak van neen. Ja, de som was aanzienlijk.”
Het typeerde perfect over de winnaar in Dierckxsens, en ook de eerlijkheid. “Waarom hij geweigerd had, vroeg ik hem later. ‘Zelf willen winnen is nog altijd het eerlijkst.’ ‘Naïef’, werd geopperd. Ludo was liever eerlijk. Knaven won de koers.”