Hij dacht dat hij hem had. Jasper Philipsen zag de lijn naderen in Brugge, voelde zijn benen nog kracht leveren en waande zich al even winnaar van de Elfstedenronde. Tot daar, letterlijk uit het niets, Paul Magnier kwam opzetten. De fotofinish wees uit: vijf centimeter verschil. En dus moest Philipsen genoegen nemen met plek twee, met gemengde gevoelens na afloop.
"Misschien had ik dikkere banden moeten leggen"
“Het verschil was zó klein,” grijnst Philipsen, duidelijk met de juiste dosis zelfrelativering. “Misschien had ik iets dikkere banden moeten opleggen,” grapt hij. “Nee, daar heeft het natuurlijk niet aan gelegen. De laatste 50 meter dacht ik echt dat ik hem ging winnen. Maar op zo'n 15 meter van de finish voelde ik nog iemand van achter komen. Een sterke jump, een verdiende winnaar.”
"Ik mis nog wat frisheid"
Philipsen kijkt vooral realistisch naar zijn eigen vormpeil. Na een periode zonder wedstrijden bouwt hij pas weer op richting grotere doelen. “Dit zijn mijn eerste koersen sinds lang,” legt hij uit. “Ik heb altijd een paar wedstrijden nodig om erdoor te komen. Paul is momenteel gewoon enorm sterk, dat zie je aan hoe hij twee dagen op rij weet te winnen. Hij zit in topvorm.”
Met nog een pak belangrijke koersen op het programma – én de Tour de France in zicht – blijft de tweede plek in Brugge vooral een nuttige test. Philipsen weet dat zijn motor nog niet volledig warmgedraaid is, maar het verschil is klein... letterlijk en figuurlijk.