Yorrith Haan
Wout van Aert maakt op zijn dertigste momenteel eindelijk zijn debuut in de Giro d’Italia. Na zes deelnames aan de Tour de France en één Vuelta is het opmerkelijk dat de Italia-liefhebber nu pas de Ronde van Italië aan zijn palmares toevoegt. De voorbereiding verliep verre van vlekkeloos – ziekte hinderde zijn aanloop – maar Van Aert probeert er ondanks alles het beste van te maken.
Tweede thuis
Voor Van Aert voelt Italië al jaren als een tweede thuis. Zijn band met het land gaat verder dan alleen het wielrennen. “Wie gaat er niet graag naar Italië op vakantie? Ze hebben er alles: lekker eten, geweldige wijnen, mooie steden, prachtige natuur...”, zegt goede vriend Jan Bakelants. Zelf bezocht Van Aert al tal van regio’s, van Puglia en Sardinië tot Toscane en de Dolomieten.
Ook zijn vrouw Sarah De Bie weet hoe sterk de band van haar man met Italië is. Samen trokken ze meerdere keren naar het Zuid-Europese land. Tijdens een wandelvakantie in de Dolomieten verbleven ze bijvoorbeeld in een wellnesshotel in Madonna di Campiglio. Toevallig – of net niet – passeerde de Giro d’Italia toen pal langs hun verblijf.
Vakantie met een koersgeurtje
Sarah heeft zo haar vermoedens over die timing. “Ik verdenk er Wout nog altijd van dat die koerspassage niet zo toevallig was, als hij toen liet uitschijnen. Ik denk dat hij het bewust deed”, zegt ze met een knipoog. Of het nu toeval was of niet, het tekent Van Aerts liefde voor Italië én voor de koers.
Nu rijdt hij er zelf rond, zij het niet in topvorm. Maar zijn aanwezigheid in de Giro is voor hem wellicht net zo’n bevestiging van zijn Italofiele hart als van zijn wielerambitie. Van Aert, Italië en de koers: het blijft een goed huwelijk.
