Het werd voor Jonas Vingegaard een bewogen jaar waarin hij heel wat wedstrijden wist te winnen, maar ook een zware valpartij en een daarop volgende lange revalidatie kende. Het zat de Deen hoog.
Overpeinzingen
Zo sprak Vingegaard op de persdagen van Visma-Lease a Bike met alle aanwezige media, en had hij het daar onder meer over die valpartij in De Ronde van het Baskenland. Blijkbaar had hij er toen toch allemaal een beetje genoeg van, en dacht hij zelfs aan stoppen.
“Ik ben echt gaan nadenken. Ik kan me heel goed voorstellen wat de consequenties van deze val hadden kúnnen zijn, en of het dat allemaal wel waard is om profrenner te zijn. Ik fiets echter nog altijd, dus het antwoord kennen jullie al”, knipoogt Vingegaard.
De passie bleek dus toch nog groot (genoeg). Maar niet alles, zo zegt hij. “Wielrennen is niet mijn hele leven.Dat wist ik wel al, maar als je zo’n crash ervaart en beseft dat het zo gedaan kan zijn met je carrière, dan ga je er toch nog meer over nadenken.
Het mirakel
Vingegaard brak bij die valpartij zijn sleutelbeen en tal van ribben. Ook organen waren al geraakt. Hij verbleef twaalf dagen in het ziekenhuis. Acht op intensieve zorgen. Het zorgde vanzelfsprekend voor een enorme aanslag op zijn lichaam.
“Ik ben in die acht dagen maar één keer uit mijn bed geweest. In die tijd heb ik dus een hoop spiermassa verloren. Het duurde lang vooraleer ik terug kon trainen, want ik heb nog lang veel pijn gehad.” Maar uiteindelijk kwam die dager toch.
En sterker: hij haalde zelfs nog de Tour en werd er zowaar tweede. "Voor ik weer eens normaal kon trainen was het half mei. Ik zat wel op een hoog niveau in de Tour, maar ik weet nu wel dat je 100 procent moet zijn als je om de overwinning wil strijden. Het was een mirakel dat ik aan de start stond, maar ook zeker dat ik tweede werd”, beseft Vingegaard.