Het klassieke voorjaar zit er bijna op en de voorbije weken werd één groot festijn voor de wielerliefhebber. Al vanaf de Omloop Het Nieuwsblad kregen we koers van het allerhoogste niveau. En dat had niet in het minst te maken met klasbakken als Tadej Pogacar, Wout van Aert en Mathieu van der Poel.
Die eerste maakte indruk in zowat elke wedstrijd waarin hij startte. Zijn zege in Strade Bianchi was van een gigantisch hoog niveau, maar ook zijn debuut in de Ronde van Vlaanderen mocht gezien worden. Daarnaast waren het toch weer Van Aert en Van der Poel die de show stalen. En dat terwijl ze beiden getroffen werden door fysieke problemen. De Belgische kampioen pakte bijvoorbeeld overwinningen in de Omloop, E3-prijs en Parijs-Nice, tot het corona-virus bij hem toesloeg. Hierdoor miste hij onder meer de Ronde van Vlaanderen.
Maar zijn comeback mocht gezien worden. Zo werd Van Aert meteen tweede in Parijs-Roubaix, zijn eerste koers na de ziekte. Bij Van der Poel gooiden rugproblemen dan weer zijn hele voorbereiding overhoop. Hij maakte evenwel sneller dan verwacht zijn rentree en dat leverde hem meteen de derde plaats in Milaan-Sanremo op. Die sterkste prestatie zou hij gewoon doortrekken naar de Vlaamse klassiekers: zo kon hij Dwars door Vlaanderen en Ronde van Vlaanderen voor de tweede keer op zijn palmares schrijven.
PLANMATIG vs. PLEZIER MAKEN
Wout van Aert en VdP zijn dan ook een zegen voor de wielersport. Maar voormalig wereldkampioen Tom Boonen ziet toch een groot verschil tussen de twee fenomenen. "Wout is ook een geweldige coureur, maar bij hem is alles meer afgewogen, gebalanceerd en gepland. Het is meer robotachtig. Bij Mathieu kan je gewoon zie hoeveel plezier hij er aan beleeft. Daar hou ik wel van", aldus Boonen tegenover Cycling Weekly.