Hij is de grootste aller tijden, maar ook Eddy Merckx ontsnapte niet aan controverse. In een openhartig interview met HUMO blikt de Belgische wielerlegende terug op de meest gevoelige episodes uit zijn carrière: de positieve dopingtests. Het verhaal van Merckx is niet dat van een systematische fraudeur, maar van een renner die ook slachtoffer werd van zijn tijd — en fouten openlijk toegeeft. “Ik heb er spijt van, maar excuses zoek ik niet.”
De Schande van Savona
Merckx’ eerste dopingzaak kwam op het meest delicate moment: in 1969, toen hij leider was in de Giro d’Italia. “Ze boden me geld om Gimondi te laten winnen,” vertelt hij. “Ik weigerde. Een paar dagen later testte ik positief.” De timing blijft verdacht, vindt hij zelf. “Als ik echt positief was, waarom was ik dat de volgende dag dan niet meer? Toen heb ik opnieuw geplast, voor het oog van journalisten. Die urine bleek negatief.”
Het leidde tot een storm aan beschuldigingen en twijfels — de zogenaamde Schande van Savona. De affaire bleef jarenlang aanslepen, en Merckx hield altijd zijn onschuld staande. Zijn uitleg: manipulatie, of misschien zelfs sabotage. Maar een antwoord kwam er nooit. “Ik wist dat ik gecontroleerd ging worden. Waarom zou ik dan iets nemen? Dat klopt gewoon niet.”
Geen ontkenning, maar erkenning
Merckx houdt zich niet groter dan hij is. Later in zijn carrière testte hij positief op norefedrine — volgens hem door een simpele hoestsiroop. “Die is vandaag niet eens meer verboden,” klinkt het scherp. “Maar ze hebben me er wel de Ronde van Lombardije voor afgepakt. Een schande.”
De derde en laatste positieve test kwam vlak voor zijn afscheid als prof. “Ik had Stimul genomen, Geen prestatieverhogend middel — ik werd zelfs zevende. Maar het mocht niet, en dus heb ik het aanvaard.” Hij praat er open over, zonder franjes. “Ik heb fouten gemaakt, ja. Maar het was nooit met opzet. Geen dopingplan, geen misleiding.”
In tijden van structureel dopinggebruik is het verhaal van Merckx opvallend anders: een mix van tragiek, menselijke fouten en onbegrip. Misschien is dat ook waarom zijn openheid er zo uitspringt. Zelfs op zijn 79ste is hij niet bang om te zeggen waar het op staat.