Wie de jeugdkoersen een beetje volgt, kon er afgelopen weekend niet omheen: Mattia Agostinacchio. De Italiaanse junior zette opnieuw een straffe prestatie neer met een tweede plek in de Trophée Centre Morbihan, en doet dat met een rijstijl die kenners meteen doet denken aan niemand minder dan Mathieu van der Poel. Volgens jeugdwatcher Los Brolin is er zelfs een specifieke gelijkenis die opvalt: de verschroeiende demarrage.
Veldrijder met punch
Van der Poel bouwde zijn reputatie op met iconische aanvallen: van Strade Bianche tot de Poggio, het WK in Glasgow tot de Tour op de Mûr-de-Bretagne. Volgens Brolin laat Agostinacchio in het juniorenpeloton nu soortgelijke flitsen zien. Op Instagram legde hij beelden van beide renners naast elkaar, waarin de explosiviteit van de jonge Italiaan opvallend sterk lijkt op die van zijn Nederlandse ‘voorganger’.
De gelijkenis stopt daar niet. Agostinacchio komt, net als Van der Poel, uit het veldrijden. Begin dit jaar kroonde hij zich tot wereldkampioen bij de junioren, na een lange inhaalrace. In Tábor klopte hij onder meer de Fransman Soren Bruyere Joumard en zijn landgenoot Filippo Grigolini in een indrukwekkende solo.
WorldTour-rookie in de maak
De Italiaanse alleskunner geldt als een van dé revelaties van het jaar bij de junioren. Niet alleen zijn uitslagen springen in het oog, ook zijn stijl en lef maken indruk. De prestatie in Frankrijk afgelopen weekend – waar hij als tweede eindigde – werd internationaal opgemerkt.
Volgens journalist en transferwatcher Daniel Benson is de volgende stap al in de maak. Hij meldde eerder dat Agostinacchio dicht bij een overstap naar EF Education-EasyPost zou staan. Daarmee zou hij in navolging van andere jonge crossers zoals Pidcock en Van der Poel vroeg de sprong wagen richting de WorldTour.
Potentieel met een sterretje
Agostinacchio is pas 18, maar de verwachtingen zijn groot. Zijn punch, veldritverleden en vermogen om koers te lezen maken hem nu al tot een veelbesproken talent. Of hij ook écht in de voetsporen van Van der Poel kan treden, zal de komende jaren moeten blijken. Maar dat er iets bijzonders in hem schuilt, daar lijkt inmiddels weinig twijfel over.