Isaac Del Toro is de revelatie van de Giro d’Italia. De 21-jarige Mexicaan, die elf dagen in het roze reed en als tweede eindigde in het eindklassement, groeide in geen tijd uit tot een publiekslieveling. Maar zijn parcours richting de top is er één vol obstakels, en daar heeft de Mexicaanse wielerbond volgens zijn vader José een kwalijke rol in gespeeld. Dat vertelt hij in een interview met de Mexicaanse journaliste Katy Lopez.
De ziekte die niemand zag
Dat Del Toro talent had, was voor kenners al vroeg duidelijk. Maar wat niemand wist: als jonge renner kampte hij jarenlang met osteoporose – een botaandoening die zelden voorkomt bij jonge atleten. “Mensen denken dat het allemaal vanzelf ging,” zegt vader José, “maar zijn lichaam was fragiel. Hij had medicijnen, supplementen en aangepaste voeding nodig. Dat konden we amper betalen.” De Mexicaan vocht in stilte, en bleef trainen, presteren en dromen.
Terwijl andere jonge talenten konden rekenen op steun van hun bond, stond Del Toro er volgens zijn vader alleen voor. “De wielerbond heeft nooit iets voor ons gedaan. En nu ze succes ruiken, willen ze pronken met zijn naam. Dat is schandalig.” Het is een beschuldiging die aankomt, zeker in een land dat momenteel worstelt met het professionaliseren van zijn sportstructuren.
Geen fiets, geen steun, geen respect
Het dieptepunt voor de familie kwam tijdens het WK veldrijden in 2022. Isaac zou uitkomen bij de beloften, maar kreeg van de bond een damesfiets toegestuurd. “We werden uitgelachen,” herinnert zijn vader zich. “Uiteindelijk moest hij op een geleende fiets rijden. Dat tekent hoe weinig respect er was voor zijn inzet, het was pure vernedering” Het is slechts één voorbeeld van een patroon dat al jaren speelt, zegt hij.
De Mexicaanse wielerbond werd in 2021 al geschorst door de UCI, wegens misstanden bij bestuursverkiezingen en administratie. Volgens José Del Toro is er sindsdien weinig veranderd. “Mexico is het enige land waar renners elk jaar een nieuw licentienummer krijgen. Er is geen enkele continuïteit. Daarom kent de wereld onze renners niet: hun carrière wordt nergens correct geregistreerd.”
Toch blijft de vader vooral denken aan de andere jongeren in het peloton. “Isaac is erdoor geraakt, ja. Maar zijn beste ploegmaat is al gestopt. Hij kon het mentaal en financieel niet meer aan. En dat breekt mijn hart het meest.”