Wout van Aert en Mathieu van der Poel, ze zullen vermoedelijk tot het einde van hen dagen met elkaar worden vergeleken. Het zijn al concurrenten van bij de jeugd in het veldrijden, nu strijden ze ook op de weg nog teeds tegen elkaar. Al moet Van Aert intussen wel iets toegeven.
LEES OOK: Van Aert waarschuwt Van der Poel: "Als ik goed ben…"
Van Aert kent zijn plaatsZo heeft hij de laatste jaren toch een achterstand opgelopen qua palmares in de klassiekers, ook dit voorjaar kon Van Aert geen monument winnen. Desondanks toonde hij zich wel tevreden met zijn geleverde prestaties, een opmerkelijk verschil met enkele jaren geleden. Hij komt nu zelf met een verklaring.
“Klopt. Maar in 2020 wilde ik mezelf enkel zien als een van de beste of zelfs de beste wielrenner ter wereld. Als dat niet lukte, was ik heel teleurgesteld”, klinkt het in Het Nieuwsblad, vooraleer een grote openbaring volgt: “Terwijl ik nu heel eerlijk kan toegeven dat ik Van der Poel, Pogacar of Pedersen wel kan kloppen, maar dat ik er een uitzonderlijke dag voor nodig zal hebben.”
Van Aert lijkt zich bij die situatie te hebben neergelegd. “Dat is iets dat ik niet elke dag van het jaar kan doen. Dat zorgt ervoor dat ik een vierde plaats ook weet te waarderen. En er waren ook de omstandigheden: in de aanloop naar de Ronde leek het er niet op dat ik ineens beter zou zijn dan Pogacar of Van der Poel.”
Blijft De Ronde een droom?
Intussen is Van Aert er dan ook al minder van overtuigd dat hij ooit De Ronde van Vlaanderen zal winnen, iets wat hij wel zei in 2020. “Ik ga er nu misschien al iets minder van uit. Maar ik snap wel waarom ik dat destijds gezegd heb”, lacht hij nu. De concurrentie is er natuurlijk niet minder op geworden, met ook nog ene Tadej Pogacar die erbij kwam.
“Voilà. Al wist ik wel dat ik tegen Van der Poel aan het koersen was, wat ook al niet makkelijk was natuurlijk. Ik denk dat ik nog steeds de capaciteiten heb om die koers te winnen en geloof nog steeds dat het kan op een bijzondere dag. Maar ik zou het nu misschien iets meer nuanceren dan toen”, sluit hij af.