De Giro d’Italia van 2025 heeft de wielerwereld verrast met een onverwacht podium en het ontbreken van vrijwel alle grote namen. Geen Roglic, Ayuso of Landa bij de besten, maar wel Simon Yates, Isaac Del Toro en Richard Carapaz. Voor Lidl-Trek en met name Giulio Ciccone smaakte die afloop bitterder dan ooit. Niet alleen vanwege het gemiste succes, maar vooral omdat pas in de slotdagen duidelijk werd hoeveel er dit jaar mogelijk was geweest.
Ciccone kwam na twee afwezigheden eindelijk weer aan de start van zijn thuiskoers. Zonder grote uitspraken, maar wel vol stille hoop. ‘Ik wil er gewoon één keer staan, zonder gedoe en met een goede voorbereiding’, zei hij nog voor de start. En alles leek volgens plan te verlopen. In de eerste twee weken stond hij er uitstekend bij, met een sterke prestatie in de gravelrit naar Siena en een bescheiden rol in het klassement, op plek zeven.
Ongelukkige valpartij maakt einde aan droom
De klap kwam hard aan in etappe 14. In een chaotische finale ging Tiberi tegen de grond en viel bijna de hele Lidl-Trek-trein eroverheen. Ciccone blesseerde zijn knie en moest de volgende ochtend opgeven. Een domper voor het team, dat tot dat moment droomde van een podiumplek. ‘Hij was in topvorm, dit was echt zijn kans’, baalde ploeggenoot Daan Hoole. Ook Jannik Sinner, tennisvriend van Ciccone, sprak zijn verdriet uit. ‘De Giro is voor hem wat Wimbledon voor mij is. Dat dit zo eindigt, brak zijn hart.’
Die emoties kwamen des te harder aan in de laatste week, toen duidelijk werd dat renners als Gee, Caruso en Carapaz om het podium konden vechten. ‘Had Ciccone deze Giro kunnen winnen?’, vroeg Thijs Zonneveld zich af in In De Waaier. Geen gekke gedachte: op Del Toro na had Ciccone zich in de eerste helft van de ronde niet de mindere getoond van wie nu op het eindpodium stond. Voor iemand die nog nooit top tien reed in een grote ronde, was dit misschien dé kans.
Pijn blijft nazinderen bij ploeg en renner
De ploeg probeerde de rug te rechten. Carlos Verona pakte in de vijftiende rit nog een zege vanuit de vlucht en droeg die op aan zijn uitgevallen kopman. Maar de leegte bleef voelbaar. ‘We hebben echt nog geprobeerd er iets van te maken, maar iedereen voelde dat het zonder Giulio anders was geweest’, gaf Hoole toe. De motiverende speech van Mads Pedersen op de rustdag gaf een zetje, maar het gevoel dat er iets bijzonders verloren was gegaan, bleef hangen.
Voor Ciccone zelf zal het gemis nog het langst blijven hangen. Dit had zijn Giro moeten zijn: een thuisronde in topvorm, zonder pech, zonder gedoe. Het liep anders. De beelden van het eindpodium in Rome deden daarom meer pijn dan alle valpartijen samen. ‘Hij had er kunnen staan, dat weet hij zelf ook’, zei Hoole. En juist dat besef maakt deze opgave misschien wel de pijnlijkste uit zijn carrière.