Met een zege in de Ronde van Limburg en een indrukwekkende sprintoverwinning in de Algarve – tegen onder anderen Van Aert, Meeus en Girmay – beleefde Milan Fretin dit voorjaar zijn grote doorbraak. In de Giro d’Italia wil de 24-jarige Belg van Cofidis dat succes doortrekken. “Ik weet niet exact wat ik moet verwachten, maar ik kijk er enorm naar uit”, zegt hij in aanloop naar zijn eerste grote ronde.
Fretin begon het seizoen met een stevige schouderblessure, maar wist zich daar opvallend snel van te herstellen. “De schade was aanzienlijk: een scheur in de schouderpan, een gebarsten bovenarm en een half gescheurde bicepspees. En dan ben ik in Brugge-De Panne er ook nog eens op gevallen”, blikt hij terug. Toch ondervindt hij geen hinder meer. “Door veel oefeningen te doen heb ik zelfs geen last meer. De operatie is uitgesteld tot na het seizoen, ik kan gewoon krachttraining doen en trainen zoals normaal.”
Finale etappes verkend met oog op kansen
Fretin reisde met vertrouwen naar Italië af. Niet alleen vanwege zijn recente overwinning, maar ook omdat hij zijn voorbereiding op de Giro bewust sober hield. “Ik heb minder gekoerst dan andere jaren, zodat ik fris aan de start kon verschijnen. In het verleden merkte ik dat ik in rittenkoersen meestal beter werd naarmate de dagen vorderden. Hopelijk is dat nu opnieuw zo.”
Samen met zijn trainer bekeek hij het parcours grondig. “Elke sprintetappe is technisch: draaien, keren, rotondes. Dat ligt me. Zeker rit vier en zes lijken me kansen, maar ik wil ook al in de openingsrit meedoen als het tempo daar ruimte voor laat.” Over zijn concurrenten is Fretin realistisch: “Olav Kooij is topfavoriet, zeker met Van Aert in dienst. Ook Groves en Alpecin-Deceuninck zijn sterk. Maar het niveau in de Algarve was ook hoog. Ik geloof in mijn sprint.”
Ambitieus en realistisch tegelijk
Fretin is de enige uitgesproken sprinter bij Cofidis. “We hebben geen lead-out in de ploeg, dus ik zal mijn plan moeten trekken. Maar ik heb al bewezen dat ik dat kan. Als sprinter telt er in een grote ronde maar één plek, en dat is de eerste. Tweede of derde is mooi, maar dan ga je direct de bus in. Er is geen podium, geen bloemen. Dat maakt het anders dan in eendagswedstrijden.”
De Giro is voor Fretin een nieuwe stap in zijn loopbaan. “Als kind droomde ik hiervan. Als prof wordt het al snel normaal, maar nu voelt het weer even speciaal. Ik heb gezonde stress, zoals op een eerste schooldag. Het zou veel veranderen als ik hier een rit win, maar ik probeer daar niet te veel aan te denken. Ik moet gewoon sprinten zoals ik altijd doe.”