Is De Lie al klaar voor een Roubaix-strijd met Van der Poel?

2024 was voor Lotto Dstny-uithangbord Arnaud de Lie een jaar van presteren én doorontwikkelen. De jonge Waal hoopt daarmee aankomend voorjaar echt te kunnen concurreren met klassiekerspecialisten als Mathieu van der Poel en Wout van Aert. 

Afgelopen seizoen maakte de 22-jarige De Lie niet enkel zijn debuut in de Tour de France. Hij won immers ook verschillende gerenommeerde koersen, waaronder het Belgisch kampioenschap en de Ronde van Denemarken. En ook 1.1-koersen als het Circuit de Wallonie en Binche-Chimay-Binche waren een kolfje naar zijn hand. 

''Er zijn goede en slechte dingen gebeurd, maar ik denk dat het een goed seizoen voor mij is geweest'', analyseert de Stier van Lescheret in gesprek met de Spaanse sportkrant Marca. ''Het hoogtepunt was toch wel mijn zege op het BK. Daardoor mag ik een heel jaar lang in een fantastisch mooi shirt rijden.''

Alpecin-Deceuninck dominant in Roubaix

Ook 2025 belooft zodoende een mooi jaar te gaan worden voor de talentvolle Belg, die vooral hoopt zich te kunnen tonen in het voorjaar. ''Vooral in de Vlaamse klassiekers wil ik me tussen de allerbesten mengen. Hopelijk kan ik na de winterse trainingskampen en de openingskoersen in Spanje met een goede vorm aan het klassieke voorjaar beginnen.''

Een vraag die dan automatisch rijst is: is iemand als De Lie in staat om effectief te kunnen wedijveren met bijvoorbeeld fenomeen Van der Poel? ''In een koers als Parijs-Roubaix zullen we Alpecin-Deceuninck vooral moeten volgen'', grapt de Belgisch kampioen. ''Zij zijn namelijk al twee jaar achter elkaar de beste ploeg in Roubaix.''

De Lie over Pogacar

''Het is gewoon niet zo makkelijk om achter Van der Poel te staan. Dat is een harde waarheid'', blaakt De Lie zeker van realisme. ''Natuurlijk is de Ronde van Vlaanderen ook erg belangrijk, maar ik ben ook van mening dat klassiekers als Omloop Het Nieuwsblad of Gent-Wevelgem grote doelen moeten worden.''

Dan is er nog ten slotte alleskunner en huidig wereldkampioen Tadej Pogacar, die misschien ook wel oren heeft naar een klassiek voorjaar. ''Pogacar is de beste en je hebt een geweldige dag nodig om hem te volgen'', is De Lie lovend over de Sloveen. ''Ik weet niet of we het beste van hem al gezien hebben. Als hij nog iets kan verbeteren, zal hij alle races blijven winnen.''