Mathieu van der Poel won dan wel geen etappe in het Critérium du Dauphiné, zijn manier van koersen liet weinig te wensen over. De Nederlander reed gretig, aanvallend en was in meerdere ritten nadrukkelijk in beeld. Voor wieleranalist Thijs Zonneveld is het duidelijk: Van der Poel is op weg naar een Tour waarin hij zich weer van zijn beste kant laat zien.
“Je zag aan alles dat hij zin had om te koersen”, aldus Zonneveld in de podcast In De Waaier. “Ook in de bergritten zat hij mee, viel hij aan, was hij zichzelf aan het testen. Dit soort Van der Poel zie je niet vaak buiten het voorjaar.” De cijfers onderstrepen dat gevoel: twee keer derde, verder vijfde, zesde en negende – stuk voor stuk resultaten die aantonen dat hij goed uit de verf kwam in het eerste deel van de Franse rittenkoers.
Herhaling van 2021?
Zonneveld ziet duidelijke parallellen met de Tour van 2021, het enige jaar waarin Van der Poel echt kon schitteren in de grootste koers van het jaar. “Toen kon hij spelen in de Tour. Dat lukte daarna niet meer, maar dit lijkt op hoe hij toen reed. En het parcours van dit jaar – met een speelse eerste week – nodigt daar ook toe uit.” In 2021 won Van der Poel in Mûr-de-Bretagne en droeg hij meerdere dagen het geel.
Koersdrang
De fouten die hij nog maakte in de Dauphiné, schrijft Zonneveld toe aan zijn drang om te koersen. “In de eerste rit ging hij te vroeg aan, in rit drie liet hij zich verrassen in een groep van dertien. Misschien iets té gretig, maar dat maakt het ook leuk.”
Het is duidelijk dat Van der Poel vooral rittenkoersen rijdt om zichzelf uit te dagen, niet om op safe te spelen.
Als hij deze vorm en mentaliteit meeneemt naar de Tour, is de kans op succes reëel. Zonneveld ziet in elk geval voldoende reden om enthousiast te zijn. “Als hij in de Tour net zo rijdt als hier, gaan we een paar fantastische etappes krijgen.” De timing lijkt goed: fris uit rust, scherp in koers, en met een parcours dat hem op het lijf geschreven is.