Hij stond er drie weken lang, weerde zich kranig in het roze en weerstond aanval na aanval. Maar op de voorlaatste dag van de Giro d’Italia ging het alsnog mis voor Isaac Del Toro. Op de Colle delle Finestre verloor hij de controle, en uiteindelijk ook het klassement. In een koers die vroeg om scherpte en samenwerking, liet Del Toro beide even varen.
Op papier had Del Toro alles onder controle. Hij pareerde de aanval van Carapaz op de vroege flanken van de Finestre en hield het tempo ogenschijnlijk moeiteloos vol. Maar toen Simon Yates wegreed, bleef hij afwachtend. Eerst plakte hij nog aan het wiel van Carapaz, maar ook die reed niet meer voluit. “Ik wilde de druk bij Richard leggen om Simon te volgen, want hij stond derde. Maar uiteindelijk kwam het team gelukkig terug. Alleen: het was te laat,” blikte de Mexicaan terug.
'Als jij niet reed bij twintig seconden, rijd ik nu ook niet'
In de vallei groeide het verschil alleen maar verder, mede dankzij een ontketende Van Aert die zijn ploegmaat Yates een ideale positie bezorgde. Del Toro zag het gebeuren, maar deed weinig. “Ik speelde het verdedigend. Misschien te verdedigend,” klonk het eerlijk. Volgens hem was er op een bepaald moment toch nog hoop. “Het gat was veertig seconden. Toen zei ik tegen Richard: ‘Als je wil helpen, oké. Nu is het moment.’ Maar hij wilde niet werken. Hij zei: ‘Jij hielp mij ook niet toen het twintig seconden was.’”
Zo werd het eerder een kwestie van verwijten dan van samenwerken. Del Toro wachtte op zijn ploeggenoten, maar de tijd tikte weg. De achtervolgende groep kwam nog terug, maar het kwaad was al geschied. “Voordat we de finish bereikten, heb ik Wout van Aert al gefeliciteerd. Toen wist ik dat het verloren was.”
Hoopvolle blik vooruit
De teleurstelling is groot, maar Del Toro zoekt ook houvast in wat hij wél heeft laten zien. “In het begin van de Giro, in Albanië, hadden niet veel mensen gedacht dat ik vanochtend nog in het roze zou staan. Het team heeft me altijd gesteund en ik heb mezelf bewezen.” Hij noemt het verlies pijnlijk, maar geen reden tot paniek.
“Wat ik geleerd heb? Dat ik het kan. Nu geloof ik in alles wat Tadej (Pogačar) tegen me heeft gezegd. Ik wil relaxed blijven en het dag per dag bekijken. Natuurlijk ben ik teleurgesteld, maar geen stress. We komen terug.”