Er vallen verschillende conclusies te trekken uit het voorjaar van Wout van Aert. Vrijdag kwam er een nieuwe opdoffer na de verloren sprint tegen Remco Evenepoel in de Brabantse Pijl, een wederkerend gegeven de afgelopen weken.
De tank was leeg
En dan bedoelen we de duidelijk afgebotte sprint. De prestaties – en eigenlijk ook resultaten – van Van Aert mogen er nochtans best zijn. 2de in Dwars door Vlaanderen en Brabantse Pijl, 4de in Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Altijd op de afspraak. Maar telkens wel met een verloren sprint aan de finishlijn.
Zelfs tegen Evenepoel, die ondanks zijn evolutie daarin toch niet bekend staat om zijn sterk eindschot. Wat leren we daaruit? “Hij heeft natuurlijk Van Aert wel diep doen gaan onderweg en Evenepoels spurt was vorig jaar al verbeterd. Bovendien, aan het einde van een lastige wedstrijd wint de sterkste”, oordeelt Hans Vandeweghe.
De columnist van De Morgen vindt het echter vreemd dat Van Aert al zo naar de vaantjes was gereden, gezien het aantal kilometers en zwaarte van de koers. “De Brabantse pijl niet de langste en zwaarste race. Het is geen Amstel Gold Race, waarin veel meer en veel steilere hellingen zitten.”
Afrekening volgt
Van Aert klonk na afloop berustend in zijn interview. Niet teleurgesteld zei hij. Maar dat gelooft Vandeweghe – met wie Van Aert een voorgeschiedenis heeft (het Sorry Hans-verhaal, nvdr) – niet. “Net zoals in Dwars door Vlaanderen verliest Van Aert de spurt van iemand die intrinsiek minder snel is. Hij zegt nu wel dat hij tevreden is, maar ik denk dat het niet waar is. Hij moet zich echt vragen stellen.”
De Kempenaar is dan wel steevast op de afspraak, maar afmaken lukt niet. Zorgwekkend vindt Vandeweghe. “Van alle toprenners is hij degene die het meest meedoet in de finales, maar toch niet wint. Hij rijgt de ereplaatsen aan elkaar en dat zal zeker ook in het hoofd kruipen.”
En dat zal onvermijdelijk toch voor vraagtekens gaan zorgen, vermoedt hij. “Van Aert gaat daar met een kwinkslag mee om, maar de media gaan daar elke keer naar vragen. En terecht, als je 3,5 miljoen euro per jaar verdient. Die vraag zal de ploeg hem dus ook stellen.”