Hij weet intussen bijna niet meer wat verliezen is. Zo goed gaat het dit seizoen voor Tim Merlier. In zijn tweede jaar bij Soudal Quick-Step ontpopt hij zich – sorry Jasper Philipsen – tot de beste sprinter van het hele pak. De cijfers zijn ernaar.
Tour is een must (?)
Misschien wat voorbarig om te stellen dat Merlier absoluut dé beste is, maar als we er de laatste onderlinge confrontaties met Philipsen op na houden is er één winnaar: de sprintbom uit Wortegem-Petegem. In de Giro moest hij dan wel enkele keren het onderspit delven, maar legde hij Jonathan Milan – die andere topper – er toch ook mooi drie keer op.
Merlier mag dan intussen wel al 31 jaar zijn, hij blijft schijnbaar progressie boeken. Ook niet zo verbazend gezien hij eigenlijk pas sedert 2020 voltijds wegrenner is. Maar de dominantie waarmee hij dit seizoen zijn sprints wint zijn van ongezien niveau. Het lijkt ook alsof er een bepaalde rust is neergedaald op de man. Niet enkel rust, ook het zelfbesef dat hij – al dan niet mede – dé maatstaf is geworden onder de sprinters.
En die topcategorie van snelle mannen: die horen gewoon thuis in de Tour de France. Evenepoel of geen Evenepoel. De beslissing om hem niet mee te nemen werd lange tijd geleden al gemaakt, maar het hoeft niet te verwonderen mochten Patrick Lefevere & co hier intussen al spijt van hebben. Met de kalender die voor Merlier werd opgesteld lijkt een Tourdeelname nu volledig uitgesloten, of toch niet? Wij vonden 5 duidelijke pluspunten om Merlier straks tóch gewoon mee te nemen.
Quick-Step moet de koers niet dragen
Zoals algemeen geweten zal de ploeg van Soudal Quick-Step volledig afgestemd zijn op Remco Evenepoel. Die gaat in zijn eerste Tour de France op zoek naar een podiumplaats in Nice. Enkele hardrijders en voornamelijk mannen die goed kunnen klimmen zullen de ploeg vormen. Logisch, zou je denken. Deels waar, niet helemaal.
Uiteraard moet Evenepoel afdoende worden bijgestaan. Echter lijkt het geen vereiste om absoluut een hele ploeg rond hem te bouwen. Zo zal Soudal Quick-Step de koers immers niet moeten dragen in Frankrijk. Daar zorgen de ploegen rond Tadej Pogacar (Team UAE), Jonas Vingegaard (Visma-Lease a Bike) en Primoz Roglic (Bora-Hansgrohe) wel voor.
Zo nu en dan een mannetje die op kop van het peloton moet en voorts Evenepoel zo lang mogelijk bijstaan in de zware bergritten. Echter zal The Wolfpack het tempo niet bepalen en is het dan ook niet nodig om met vijf man langs hem te rijden. In de eindfase van zware bergetappes zal dit gezien de kwaliteit van de renners sowieso al onmogelijk zijn.
Soloslim
Eigenlijk geldt hetzelfde voor Merlier. Ook voor hem dient er geen volledige ploeg te worden gebouwd om tot succes te komen. Uiteraard is daar al geen sprake van voor deze Tour, maar hij heeft het ook gewoon niet nodig. Er zijn intussen al genoeg voorbeelden waarbij Merlier zich op zijn eentje tussen het gewoel wrikt om uiteindelijk als eerste over de meet te komen.
Zijn etappezege van donderdag in de Baloise Belgium Tour was daar nog eens het perfecte voorbeeld van. Uiteraard is er ook voor hem hier en daar wel wat hulp nodig, maar die zal ook gewoon aanwezig zijn. Mannen als Yves Lampaert, Casper Pedersen of Gianni Moscon kunnen ook voor Merlier meer dan hun duit in het zakje doen. En laat het hem op de meet dan maar uitzoeken.
🚴🇧🇪 | Tim Merlier gaat vroeg aan en laat Jasper Philipsen en Olav Kooij kansloos. Wederom een indrukwekkende overwinning voor de Belg in eigen land. #tds2024
— Eurosport Nederland (@Eurosport_NL) June 13, 2024
📺 Koers kijk je via HBO Max pic.twitter.com/3k6ou2fsCV
Bliksemafleider
Het werd – niet in het minst bij de ploeg zelf – al vaak aangekaart over het feit dat Evenepoel soms zwaar wordt aangepakt door de Belgische media. Die zitten er natuurlijk als vliegen op, en vanaf het moment dat het wat minder dreigt te worden volgt er de onvermijdelijke kritiek. Ook het verwachtingspatroon ligt steeds dermate hoog.
Wel, spoiler alert: dat zal er voor deze Tour de France niet op verbeteren. De grootste wedstrijd van het jaar waarin Evenepoel nota bene zijn debuut maakt, en ook de rest van de wereld er met haviksogen op zit. De ambities mogen bij de ploeg dan wel (kunstmatig) bescheiden worden gehouden, Evenepoel moét voor de buitenwereld gewoon een goed klassement rijden.
Dat die druk mogelijk wel eens verlammend zou kunnen werken – hoewel iedereen, ook wij, het volste vertrouwen hebben in Remco – hoeft geen betoog. Een aanwezigheid van Merlier zou op die manier dan ook wat druk kunnen wegnemen, niet in het minst wat betreft succes voor de ploeg. In de eerste week volgen er al meteen 3 sprintkansen, en wetende dat Merlier altijd raak schiet bij de eerste poging…
Nooit beter
We haalden het eerder al aan: Merlier zit in de vorm van zijn leven. Het vertrouwen over en de kennis van zijn eigen capaciteiten zitten op een absoluut hoogtepunt. Akkoord, hij heeft nog maar net de Giro gereden, maar dat hoeft voor een sprinter een deelname aan de Tour de France niet in weg te staan. Zij moeten immers niet alle etappes voluit gaan en kunnen hun dagen eruit pikken.
Bovendien bevinden de grootste kansen voor de snelle mannen zich zoals wel vaker in de eerste week. De kans dat Merlier daar al voor succes kan zorgen kan dan ook als zeer realistisch worden beschouwd. Zoals José De Cauwer het zegt: ‘Win maar eens een koers!’.
Dat geldt al zeker in de Tour. Ook collega sprinters als Fabio Jakobsen en Phil Bauhaus doen overigens de dubbel. Zij vielen dan wel vroegtijdig uit in Italië, maar was het het plan daar altijd al om ook Frankrijk aan te doen.
Grote motivatie
Last, but not least. De motivatie bij Merlier zou nog groter zijn dan dat dit anders al het geval is. De sprinter maakt er immers geen geheim van dat hij dolgraag nog eens naar de Tour zou willen trekken. Hij was er dan ook het hart van in om te vernemen dat het ook niet voor dit jaar zou zijn.
Merlier trok nog maar éénmaal eerder naar de Tour, die deelname dateert alweer van 2021. En rarara, wie won er toen een etappe (in de eerste week)? Bovendien moest hij toen bij Alpecin-Deceuninck de koek nog verdelen met collega-sprinter Jasper Philipsen. Met zijn intussen 31 lentes blijven er ook niet al te veel kansen meer over om op de top van zijn kunnen naar Frankrijk te trekken.