Wat een jaar is het al geweest voor Lotte Kopecky. En daar kan op het komende WK in Glasgow nog wel één en ander bij komen. Sowieso mag ze echter terugkijken op een fantastische Tour de France waar ze naast een rit ook de groene trui mee huiswaarts nam, én als tweede eindigde in het algemene klassement.
Ook haar ouders waren compleet verbaasd door de prestaties van Lotte. “Ik heb er ook geen woorden voor”, zegt mama Anja De Graeve in Het Nieuwsblad. “Een rit winnen was al een droom. Ik weet niet waar ze het allemaal blijft halen. Maar het tekent haar helemaal: Lotte gaat, ze blijft gaan, ze wil altijd beter doen. Ze laat haar kop niet hangen. Of misschien soms even. Een minuut of twee.”
Dat Kopecky een ijzersterk karakter heeft weet mama Anja ook te vatten in een geweldige anekdote. “Je krijgt haar niet van de wijs”, zegt ze. “Ik lig in het weekend graag eens wat langer in bed. Dan zei ik vroeger tegen Lotte dat ik op zijn minst toch wou dat we samen ontbeten als ze bij mij was, want met al die tijd op de fiets zie ik haar ook tijdens de weekends zo weinig.”
Dan had Kopecky zo haar eigen gedacht over wat er dan moest gebeuren. “Da’s goed mama, antwoordde ze dan. Sta jij dan maar vroeger op. Ik heb mijn bioritme en ik ga dat niet veranderen. Ben ik te laat, dan zit ze al op haar fiets en is de ontbijttafel leeg. Ze doet haar ding en je krijgt haar niet van haar plannen af.”
Ook haar ouders waren compleet verbaasd door de prestaties van Lotte. “Ik heb er ook geen woorden voor”, zegt mama Anja De Graeve in Het Nieuwsblad. “Een rit winnen was al een droom. Ik weet niet waar ze het allemaal blijft halen. Maar het tekent haar helemaal: Lotte gaat, ze blijft gaan, ze wil altijd beter doen. Ze laat haar kop niet hangen. Of misschien soms even. Een minuut of twee.”
Dat Kopecky een ijzersterk karakter heeft weet mama Anja ook te vatten in een geweldige anekdote. “Je krijgt haar niet van de wijs”, zegt ze. “Ik lig in het weekend graag eens wat langer in bed. Dan zei ik vroeger tegen Lotte dat ik op zijn minst toch wou dat we samen ontbeten als ze bij mij was, want met al die tijd op de fiets zie ik haar ook tijdens de weekends zo weinig.”
Dan had Kopecky zo haar eigen gedacht over wat er dan moest gebeuren. “Da’s goed mama, antwoordde ze dan. Sta jij dan maar vroeger op. Ik heb mijn bioritme en ik ga dat niet veranderen. Ben ik te laat, dan zit ze al op haar fiets en is de ontbijttafel leeg. Ze doet haar ding en je krijgt haar niet van haar plannen af.”