Het is onvermijdelijk dat ze steeds opnieuw tegenover elkaar worden uitgespeeld, Wout van Aert en Mathieu van der Poel. Daar heeft hun rijke verleden in het veldrijden uiteraard veel mee te maken, net als het feit dat ze nu beide tot de sterkste wegrenners ter wereld behoren.
In een interview met één van beide komt die rivaliteit hoe dan ook eens ter sprake. Zo ook in de Tour-special van ProCycling. Daarin vroeg Renaat Schotte zich af of Van Aert altijd op zijn best moet zijn om Van der Poel te kunnen verslaan. De Kempenaar moest niet lang nadenken over zijn antwoord. “Ja”, klinkt het erg overtuigend. “Dat is een open deur intrappen.”
“Met hem aan de start voelt het vertrouwd aan. Dan weet je dat je elkaar tegenkomt in de finale, zeker in een veldrit. Wanneer ik Mathieu versla, is mijn conclusie achteraf meestal die van een perfect verlopen race. Dan passen alle puzzelstukjes”, is Van Aert dan ook duidelijk.
Het duo behoort tot de zogenoemde ‘grote 3’, waarin Tadej Pogacar de derde pion is. Doet dat iets met hem? “Daar blijf ik rustig onder”, is Van Aert realistisch. “Het doet me wel plezier om in dat verband genoemd te worden. Zeker als je koers na koers kan tonen dat je bij de sterksten hoort. Maar alles is relatief. In de Giro ging het over de grote twee en dat waren Remco Evenepoel en Primoz Roglic.”
In een interview met één van beide komt die rivaliteit hoe dan ook eens ter sprake. Zo ook in de Tour-special van ProCycling. Daarin vroeg Renaat Schotte zich af of Van Aert altijd op zijn best moet zijn om Van der Poel te kunnen verslaan. De Kempenaar moest niet lang nadenken over zijn antwoord. “Ja”, klinkt het erg overtuigend. “Dat is een open deur intrappen.”
“Met hem aan de start voelt het vertrouwd aan. Dan weet je dat je elkaar tegenkomt in de finale, zeker in een veldrit. Wanneer ik Mathieu versla, is mijn conclusie achteraf meestal die van een perfect verlopen race. Dan passen alle puzzelstukjes”, is Van Aert dan ook duidelijk.
Het duo behoort tot de zogenoemde ‘grote 3’, waarin Tadej Pogacar de derde pion is. Doet dat iets met hem? “Daar blijf ik rustig onder”, is Van Aert realistisch. “Het doet me wel plezier om in dat verband genoemd te worden. Zeker als je koers na koers kan tonen dat je bij de sterksten hoort. Maar alles is relatief. In de Giro ging het over de grote twee en dat waren Remco Evenepoel en Primoz Roglic.”