Tadej Pogacar boekte vrijdag alweer een prestigieuze ritzege in de Tour de France, maar in de mixed zone was de Sloveen opvallend ingetogen. Niet zijn honderdste profzege, noch het heroveren van geel en groen kreeg de meeste aandacht. Het was vooral de toestand van João Almeida die hem zorgen baarde. De Portugees kwam in de hectische finale ten val en bleek achteraf meer dan alleen wat schaafwonden te hebben opgelopen.
Hoewel Almeida meteen naar zijn pols greep na de crash in de slotfase van de rit naar Mûr-de-Bretagne, wees het medische bilan uiteindelijk op een ander letsel: een breukje in de linkerrib, vergezeld van een pijnlijke vinger en diverse schaafwonden. Dat werd vrijdagavond bevestigd door UAE Emirates, dat de schade probeerde te relativeren, maar de gevolgen niet kon wegwuiven.
LEES OOK: Tourzege op tocht? Onrust heerst bij Pogacar
Klassement verloren, maar nog wel van waarde?Voor Almeida persoonlijk is het drama compleet. De Portugees stond keurig gepositioneerd voor een topklassering, maar verloor door de valpartij direct tien minuten. Dat maakt een rol als schaduwkopman definitief verleden tijd. De vraag is nu of hij de Tour überhaupt kan uitrijden, of dat hij met een gehavend lichaam alsnog een betekenisvolle rol kan spelen in dienst van Pogacar.
Voorlopig wil UAE hem aan boord houden. De Portugees zou op zaterdag gewoon van start gaan, ondanks de pijn. Pogacar klonk hoopvol, maar realistisch: “Hij is keihard, maar met een gebroken rib kun je niet zomaar een berg op sleuren.”
Pijnlijke timing voor UAE
De timing van de val komt bijzonder ongelegen. De Tour komt in een fase waarin de ploeg rondom Pogacar het verschil moet maken. Almeida gold daarbij als een cruciale schakel: tactisch slim, sterk bergop én een meester in het temporiseren. Zijn uitval – of mindere vorm door de blessure – zou het hele UAE-plannetje kunnen doen kantelen. En dat, zo beseft Pogacar zelf ook, is geen kleinigheid.