Mathieu van der Poel is zijn gele trui kwijt. De Nederlander kon op de Mûr-de-Bretagne niet aanklampen bij de favorieten en moest toezien hoe Tadej Pogacar niet alleen de rit won, maar ook het klassement overnam. Van der Poel zelf viel terug naar plek vijf.
Vooraf had hij er al rekening mee gehouden. “Als ik op zo’n aankomst met de besten mee wil gaan, heb ik mijn allerbeste benen nodig”, zei hij na afloop bij de NOS. “Ik wist eigenlijk al dat ik die vandaag niet zou hebben. De inspanning van donderdag zat nog in mijn benen, dat merkte ik al bij de eerste passage van de Mûr-de-Bretagne.”
Toen kon hij nog nét aanhaken, maar hij voelde al hoe zwaar het zou worden. “Ze gingen daar al hard omhoog, maar ik wist dat ze de tweede keer nóg harder zouden gaan. Dan weet je dat het moeilijk wordt om het geel te houden. Ik was realistisch genoeg om dat op voorhand te beseffen.”
LEES OOK: Van der Poel dolt met Pogacar: "In het geel naar Parijs?"
“Soms vraag ik me af hoe anderen dat doen”Dat het herstel hem zwaarder valt dan sommigen van zijn concurrenten, durft hij hardop te zeggen. “Ik vraag me soms af hoe de rest zo goed herstelt”, klonk het. “Misschien ben ik toch iets meer gebouwd voor de klassiekers. Maar ik ben trots dat ik de trui nog een dag extra heb mogen dragen.”
Van der Poel leek vooral te genieten van het moment. “Dit was misschien wel mijn mooiste dag in het geel. Omdat ik wist dat het waarschijnlijk de laatste was, en omdat het hier is. De Mûr-de-Bretagne is een bijzondere plek voor mij. Hier won ik in 2021, hier pakte ik het geel voor het eerst. Dat blijft speciaal.”
Richting de sprintetappes?
Zaterdag en zondag wachten vlakke etappes met sprintkansen. Een herovering van het geel lijkt dan uitgesloten, maar misschien kan Van der Poel zich wel op andere zaken richten. Zo zou hij bijvoorbeeld punten kunnen sprokkelen voor de groene trui, een vurige wens van zijn uitgevallen ploeggenoot en makker Jasper Philipsen.