Na een op het laatste moment misgelopen Belgisch kampioenschap – vanwege een opgelopen buikgriep – verschijnt Wout van Aert alsnog met vertrouwen aan de start van de Tour de France. In een uitgebreid persmoment in Lille sprak de alleskunner van Visma | Lease a Bike vrijdag over zijn fysieke vorm, eigen ambities, zijn rol binnen het team en het uitdagende parcours van deze Tour.
Lees ook: TUSSENSPRINT: Nys en Van der Poel dollen, eerste incident Van Aert
Ziekte komt ongelegen, maar Van Aert voelt zich weer fitVan Aert moest zich zondag afmelden voor het BK, een klassieke generale repetitie voor Belgische Tourrenners. “Ik werd ziek op de avond voor het kampioenschap, in het teamhotel,” blikt hij terug. “Zondag kon ik amper eten, maar gelukkig was het een buikgriepje. Op maandag kon ik alweer trainen.” Een grote impact op zijn Tourvoorbereiding lijkt de ziekte dus niet te hebben gehad. “Ik voel me nog iets minder dan vorige week, maar het komt wel goed. Zodra het koers is, hoop ik dat ik er niets meer van voel.”
Van Aert krijgt van zijn ploeg de ruimte om voor eigen succes te gaan, al staat het teamdoel – de gele trui met Jonas Vingegaard – uiteraard voorop. “De etappes waarin ik kans maak, zijn vaak ook belangrijk voor Jonas. Dus goed van voren rijden, tempo controleren, aanvallen counteren… het past allemaal binnen één strategie.” Het wordt dus niet óf Van Aert, óf Vingegaard. “Ik denk dat we allebei baat hebben bij een supersterk collectief.”
Geen groene trui, wel jacht op ritzeges
In 2022 won Van Aert met verve het puntenklassement, maar deze Tour jaagt hij niet op groen. “Daar moet je élke dag voor aan de bak – sprints, tussensprints, aankomsten… dat past niet bij mijn rol nu. Ik heb veel meer genoten van de etappezeges die ik behaald heb dan van het winnen van de groene trui. Die focus ligt er dus niet.” In de vlakke sprintetappes laat hij het initiatief aan de specialisten. “Ik ben realistisch genoeg om te weten dat ik Merlier, Milan of Philipsen zelden kan kloppen in een vlakke spurt. En het is ook niet wat ik het liefste doe.”
Wat Van Aert dan wél ambieert? Ritwinst in het klassieke werk. “De Tour heeft dit jaar veel ritten die aanvoelen als eendagskoersen. Korte, explosieve hellingen. Technische aankomsten. Dat ligt me.” Vooral de eerste Tourweek staat vol rood omcirkeld in zijn agenda. “Daar liggen mooie kansen voor mij. Het zijn ook ritten waarin positionering cruciaal is – een sterk team is dan een groot voordeel.”
Minder enthousiast is hij over het vernieuwde slot in Parijs. Niet langer een parade richting de Champs-Élysées, maar een finale met een klim over Montmartre. “Persoonlijk vond ik het jammer. De Champs had iets historisch. Maar goed, dit parcours ligt me misschien wel beter. Al had het voor mij niet gehoeven.”
Rol als meesterknecht én vooruitgeschoven pion
Van Aert hielp in de Giro al mee aan het succes van Simon Yates met een slimme rol als pion in de ontsnapping. Een vergelijkbare rol in de Tour? “Dat kan, maar het is niet iets wat we weken op voorhand uittekenen. We beslissen in koers. Ik ben meestal niet de laatste man bergop, daarvoor hebben we andere klimmers, maar ik kan wel iets betekenen in de overgangsritten of voor de positionering.”
De Tour is al Van Aerts tweede grote ronde van 2025. Na zijn knappe optreden in de Giro twijfelde hij er niet aan om ook in juli weer op te draven. “Na de Vuelta vorig jaar ging het eigenlijk ook goed. Daarom zei ik bij het team: ik sta open voor twee grote rondes. Maar ja, je weet het nooit. Wetenschap helpt, maar het blijft wielrennen. Soms moet je gewoon proberen.”
Wout van Aert mag dan net hersteld zijn van een griepje, zijn ambities zijn ongewijzigd. Geen klassement, geen puntenpak, maar jagen op het mooiste wat de Tour biedt: dagwinst. Meerdere keren, als het even kan.